Van aanpassing van de tarieven voor box 2 tot het vervallen van de doelmatigheidsmarge voor het gebruikelijk loon van de dga: ook voor ondernemingen brengt het Belastingplan 2023 de nodige wijzigingen en gevolgen met zich mee. Lees hier waar u als ondernemer op moet letten.
Ondernemers die belastingplichtig zijn in de inkomstenbelasting (zzp’ers, eenmanszaken, vof’s, maatschappen etc.) kunnen tot en met 2022 gebruikmaken van een speciale fiscale faciliteit: de fiscale oudedagsreserve (FOR). Dit is een fiscale reserve waarover in de toekomst belasting wordt betaald.
Omdat veel ondernemers de fiscale oudedagsreserve niet daadwerkelijk afstorten voor een oudedagsvoorziening, heeft het vormen van een fiscale oudedagsreserve vooral belastinguitstel als effect.
Vanaf 2023 kunt u niet meer gefaciliteerd opbouwen voor de fiscale oudedagsreserve. Uw oudedagsreserve die tot en met 2022 is opgebouwd, mag wel op basis van de huidige regels worden afgebouwd.
Tip!
Wilt u nog een reservering treffen voor een oudedagsvoorziening maar de middelen nog niet uit uw onderneming halen? Gebruik de fiscale oudedagsreserve dan nog in 2022.
Heeft u minimaal 5% van de aandelen, winstbewijzen of stemrecht in een vennootschap? Dan bent u aanmerkelijkbelanghouder. De inkomsten die u uit dit belang krijgt (zoals dividend), zijn belast in box 2 van de inkomstenbelasting.
Het tarief in box 2 wordt per 1 januari 2024 verdeeld in twee schijven: 24,5% over de eerste € 67.000 (€ 134.000 voor partners) en 31% over het bedrag daarboven. In 2023 blijft het tarief voor box 2 gelijk aan het tarief in 2022, namelijk 26,9%.
Tarief aanmerkelijk in 2024 |
|||
|
Aanmerkelijk belang meer dan (€) |
maar niet meer dan (€) |
Tarief 2024 (%) |
1e schijf |
- |
67.000 |
24,5% |
2e schijf |
67.000 |
|
31%. |
Het tarief van box 2 geldt voor voordelen uit aanmerkelijk belang, zoals het uitkeren van dividend aan de aandeelhouder (dga) in privé.
Rekenvoorbeeld
Bij een dividenduitkering van € 500.000 bedraagt de belasting vanaf 2024:
€ 67.000 * 24,5% = € 16.415
€ 433.000 * 31% = € 134.230
Totaal: € 150.645
Tot en met 2023 bedraagt de belasting hierover € 134.500.
Let op!
Dividenduitkeringen hebben vanaf 2023 ook effect op de algemene heffingskorting. Overleg met uw adviseur of nu dividend uitkeren voordelig is of dat het beter is om te wachten tot 2024 of later om dan in één keer een hoger bedrag aan dividend uit te keren.
Tip!
Heeft uw partner geen inkomen? Keer dan vanaf 2023 zo mogelijk dividend uit om de algemene heffingskorting te kunnen benutten.
Een dga (meer dan 5% van de aandelen in een bv) die werkt voor zijn/haar eigen bv is verplicht om zichzelf een gebruikelijk loon toe te kennen en op te nemen in de salarisadministratie. Dit loon dient gebruikelijk te zijn voor het niveau en de duur van de arbeid voor de bv.
Dit loon is lastig vast te stellen. Vandaar dat er momenteel een doelmatigheidsmarge geldt van 25%. Volgens de wet moet het loon minimaal worden vastgesteld op 75% van het loon uit de vergelijkbaarste dienstbetrekking. Of op het hoogste loon van de werknemers die in dienst zijn bij uw bv, indien een van deze bedragen meer is dan € 48.000. Op deze wijze kan worden gekeken naar de meest vergelijkbare dienstbetrekking en mag u daar 25% vanaf trekken. Deze doelmatigheidsmarge wordt per 2023 afgeschaft. Dit kan betekenen dat u zichzelf een hoger salaris moet gaan toekennen vanaf 2023.
Let op!
Zorg voor een goede onderbouwing van het gebruikelijk loon om discussie hierover te voorkomen.
Op dit moment is er een versoepeling voor dga’s van innovatieve start-ups waardoor zij zichzelf een lager loon mogen toekennen. Deze regeling vervalt per 1 januari 2023, omdat bij de evaluatie is gebleken dat er maar weinig gebruik van wordt gemaakt.
Het tarief voor de 1e schijf van de vennootschapsbelasting wordt per 1 januari 2023 verhoogd van 15 naar 19%. Ook wordt de grens van de 1e schijf verlaagd van € 395.000 naar € 200.000. Het tarief voor de 2e schijf blijft gelijk op 25,8%.
Voor ondernemers met een winst onder de € 200.000 neemt de vennootschapsbelasting daardoor vanaf 2023 met 4% toe. De winst tussen de € 200.001 en € 395.000 wordt in 2023 met 10,8% meer belast dan in 2022.
Tip!
Bekijk of u bepaalde kosten kunt uitstellen naar 2023, zodat de winst dan lager is en u minder belasting betaalt over de winst.
Vanaf 1 april 2017 tot en met 31 december 2019 bestond de mogelijkheid om de pensioenvoorziening in eigen beheer om te zetten in een oudedagsvoorziening (ODV) bij de eigen bv.
De oudedagsvoorziening moet in 20 jaar vanaf AOW-gerechtigde leeftijd worden uitgekeerd. Zolang er geen uitkering was gedaan uit de oudedagsvoorziening, kon deze worden ingezet voor een lijfrente, een lijfrenterekening of een lijfrentebeleggingsrecht. Op deze manier hoefde de bv niet te worden aangehouden tot 20 jaar na de AOW-gerechtigde leeftijd.
Uit de praktijk is gebleken dat dga’s ook na ingang van de oudedagsvoorziening de mogelijkheid wilden hebben om de oudedagsvoorziening af te storten in een lijfrente, zodat de bv opgeheven kon worden. Daarom mogen dga’s met terugwerkende kracht naar 1 april 2017, ongeacht hun leeftijd, de oudedagsvoorziening omzetten in een lijfrente.
Tip!
Heeft u nog een oudedagsvoorziening en wilt u de bv liquideren? Overweeg dan om de oudedagsvoorziening af te storten.