De relevante te onderkennen variabelen zijn:
Hoogte vrij uitkeerbare reserves
Allereerst, wat zijn vrij uitkeerbare reserves. Er dient namelijk rekening te worden gehouden met diverse aspecten alvorens überhaupt dividend kan worden uitgekeerd. Zijn er fiscale belemmeringen om dividend uit te keren, omdat er bijvoorbeeld een pensioen of lijfrente verplichting in de BV zit? Mag de BV wel dividend uitkeren of is er door coronasteunmaatregelen een beperking? Dient de BV wettelijke of statutaire reserves aan te houden?
Wanneer die eerste horde genomen is, en blijkt dat het totaal aan uitkeerbare reserves van uw BV ca € 200.000 bedraagt, dan maakt een beoordeling van de fiscale box 2 claim tussen 2023 en 2024 niet veel verschil. Per 31-12-2023 zijn de vrije reserves beclaimd met een box 2 heffing van € 53.800 (26,9%), vanaf 2024 bedraagt die fiscale claim – in partnersituaties - € 54.610 (24,5% over € 134.000, daarna 33%).
Bij vrij uitkeerbare reserves boven de € 200.000 zou dus geconcludeerd kunnen dat er ‘iets’ bedacht moet worden.
Dividendpolitiek
In de komende jaren overweegt u wellicht jaarlijks € 67.000 of € 134.000 aan dividend uit te keren om van het tariefverschil van 8,5% te profiteren. Reden genoeg om het aanvankelijk voor 2023 geplande dividend uit te stellen tot 2024.
In situaties waarin gezien de hoogte van het te verwachten dividend in de toekomst over het grootste deel het hoge tarief van toepassing zal zijn, kan worden overwogen in 2023 een hoog bedrag aan dividend uit te keren.
Voor de beoordeling of vervroegen voordelig is, is van groot belang in welk jaar men denkt dat afrekening plaats zal vinden. Als de box 2-heffing lang wordt uitgesteld, is vervroegen naar 2023 meestal niet voordelig. Tegenover de tarief besparing staat dat het vervroegen van de box 2-heffing een rendementsnadeel met zich meebrengt. De afgedragen belastingen kunnen immers niet meer renderen.
Overige fiscale overwegingen
Box 3 gevolgen
Stel een dga wil nog in 2023 een dividend uitkeren van € 2.000.000. Als hij dat in december 2023 doet, bedraagt de box 2 heffing € 538.000 (26,9%). In januari 2024 bedraagt de box 2 heffing € 648.610 (32,43%, uitgaande van een partner). De dividenduitkering leidt dus tot een besparing €110.600.
Dit heeft echter wel als vervelende consequentie dat het netto vermogen van € 1.462.000 meetelt voor box 3 in 2024. Als dat belegt vermogen betreft kan de jaarlijkse box 3 heffing hierover oplopen tot ca € 32.500 (6,17% forfaitair rendement 2023 * tarief 2024 36%). Het genomen ‘box 2 voordeel’ is dan na 3 jaar verdampt in ‘box 3 nadeel’.
Voor een juist vergelijk dient wel in de berekening te worden meegenomen dat wanneer het dividend niet wordt uitgekeerd, die € 2.000.000 blijft renderen in de BV, en vervolgens belast en/of beclaimd wordt met vennootschapsbelasting en (hoge) box 2 heffing.
Om de box 3 gevolgen te voorkomen kan het dividend gedeclareerd en betaalbaar worden gesteld in 2023 en schuldig worden gebleven tot januari 2024. Men heeft dan een (box 1) tbs-vordering in plaats van op 1-1-2024 extra vermogen in box 3. Er kan zelfs overwogen worden de vordering om te zetten in een agiostorting.
Excessief lenen
Wellicht wordt het besluit tot wel/niet uitkeren van dividend in 2023 al automatisch voor u genomen. Indien u namelijk geleend heeft van uw BV, waarbij een excessief deel wordt geconstateerd, zal over 2023 naar het box 2 tarief 2023 al een fictief regulier voordeel in aanmerking worden genomen [zie ook excessief lenen]
Wijzigingen vanaf 2025
Bij de berekening van de in een jaar verschuldigde inkomstenbelasting, kan Iedere belastingplichtige een algemene heffingskorting verrekenen op die verschuldigde inkomstenbelasting. Op dit moment geldt dat hoe hoger het box 1 inkomen, des te lager de algemene heffingskorting. Bij een box 1 inkomen van € 73.031 (in 2023) bedraagt de algemene heffingskorting € nihil.
Vanaf 2025 gaan box 2 en box 3 meetellen voor de afbouw van de algemene heffingskorting. Dit heeft als gevolg dat het effectieve tarief voor dividend voor personen met een verzamelinkomen tot ca € 73.000 30,5% (24,5% + afbouw 6%) zal zijn.
Bij een dga met een loon van €51.000 en belast box 3-vermogen komt het effectieve tarief op een dividend van €67.000 uit op circa 26,5%. Als ook de partner gebruik wil maken van het lage tarief en deze geen ander inkomen heeft, komt het effectieve tarief op een toegerekend dividend van € 67.000 op circa 24% uit. De algemene heffingskorting gaat dan vrijwel geheel verloren. De fiscale druk op dit toegerekende dividend is dan circa 1,5% hoger dan in 2023. Alleen als de dga en zijn partner in box 1 of box 3 reeds een inkomen heeft van de aftopgrens van de algemene heffingskorting (in 2023 €73.031), kan met het effectieve tarief van 24,5% worden gerekend.
Cooster advisering
Wij hebben de tools en kennis om voor u het meest optimale (helaas vaak het minst slechte) scenario door te rekenen. Neem daarvoor contact op met uw contactpersoon, of mail info@cooster.nl