13 mei 2024 — 3 minuten

Wat zijn de fiscale gevolgen van het terugbetalen van een niet-aftrekbare lijfrentepremie?

Wat zijn lijfrentepremies?

Euro

Als je lijfrentepremies betaalt, kun je onder bepaalde voorwaarden deze bedragen aftrekken. Elk jaar gelden er maximale bedragen die je kunt aftrekken. Deze bedragen zijn afhankelijk van het tekort in je pensioen, uitgedrukt in jaarruimte en reserveringsruimte.

De jaarruimte is het tekort in je pensioen van het voorgaande jaar. Bijvoorbeeld, de jaarruimte 2024 is gebaseerd op je pensioentekort in 2023.

Als je in een jaar de jaarruimte niet volledig benut, wordt het niet-gebruikte deel tot tien jaar bewaard. Deze niet-gebruikte jaarruimtes vormen je reserveringsruimte.

Tip! Je kunt maximaal je jaarruimte en reserveringsruimte als aftrekpost opvoeren. De Belastingdienst heeft een hulpmiddel op hun website om de jaarruimte en reserveringsruimte te berekenen.

Niet-aftrekbare lijfrentepremies terugvragen

Heb je meer lijfrentepremies betaald dan je kunt aftrekken? Dan kun je de financiële instelling vragen om het niet-aftrekbare deel terug te betalen. Normaal gesproken zou dit betekenen dat je belasting moet betalen over de volledige lijfrente in box 1, plus 20% revisierente. Echter, er is een goedgekeurde regeling waardoor terugbetaling van het niet-aftrekbare deel zonder afrekening mogelijk is.

Let op! Er zijn voorwaarden verbonden aan deze regeling. Bijvoorbeeld, het behaalde rendement op de terugbetaalde premie moet ook worden terugbetaald. Daarnaast moet je een verklaring voor "geruisloze terugstorting" overleggen.

Opgeven in box 3

Een andere voorwaarde voor de belastingvrije terugbetaling is dat je het terugbetaalde bedrag alsnog moet opgeven in box 3. Dit geldt niet alleen voor het jaar van terugbetaling, maar ook voor voorgaande jaren.

Voorbeeld
In maart 2021 heb je een lijfrente afgesloten en betaalde je € 10.000 premie. Bij het indienen van je aangifte inkomstenbelasting ontdek je dat slechts € 6.000 aftrekbaar is. In 2024 vraag je daarom de financiële instelling om € 4.000 terug te betalen. De financiële instelling betaalt dit bedrag medio 2025 aan je uit, inclusief het behaalde rendement op de terugbetaalde premie.

Dit betekent dat je in je aangifte inkomstenbelasting van 2022, 2023, 2024 en 2025 het terugbetaalde bedrag en het behaalde rendement moet opnemen in box 3.

Opgeven onder "overige bezittingen"

De Belastingdienst is van mening dat je dit bedrag moet opgeven onder de categorie "overige bezittingen". Je mag dit dus niet opgeven onder de categorie banktegoeden. Dit is minder gunstig omdat voor banktegoeden een veel lager fictief rendement geldt dan voor overige bezittingen. In 2023 bedraagt het fictief rendement voor banktegoeden 0,92% en voor overige bezittingen 6,17%.

Recente items

Blijf op de hoogte

Wil je altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws omtrent financiën en accountancy?
Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief en mis niets.

Aanmelden nieuwsbrief

Wilt u onze nieuwsbrief niet meer ontvangen? dan kunt u zich hier uitschrijven.