Bij het lenen van geld van een familielid voor de aankoop of verbouwing van een eigen woning, is het mogelijk om de rente onder voorwaarden af te trekken. Het kan echter voorkomen dat de Belastingdienst vraagtekens plaatst bij de zakelijkheid van de overeengekomen rente. Onlangs heeft een rechtbank zich hierover uitgesproken in een zaak waarin een echtpaar geld leende van de (schoon)vader voor hun eigen woning.
In 2018 kocht het echtpaar een eigen woning en financierde een deel hiervan met een lening van €350.000 van de (schoon)vader. Deze lening voldeed aan alle eisen voor renteaftrek. Het betrof een annuïteitenlening met een looptijd van 30 jaar. De rente werd tussen het echtpaar en de (schoon)vader overeengekomen op 7,3% voor een rentevaste periode van 5 jaar. Er werd geen hypotheek gevestigd voor deze lening.
Het echtpaar wilde de volledige rente van 7,3% in aftrek brengen. Echter, de Belastingdienst vond deze rente te hoog en niet zakelijk. Zij hielden in plaats daarvan rekening met de hypotheekrente die de ING eind 2018 hanteerde voor een hypothecaire annuïteitenlening met een rentevaste periode van 5 jaar, namelijk 2,15%. Aangezien er geen hypotheek was voor de lening van de schoonvader, voegde de Belastingdienst hier een opslag van 0,6% aan toe. Volgens hen was de zakelijke rente dus 2,75%.
De Rechtbank deelde het standpunt van de Belastingdienst. De Rechtbank verwees naar een uitspraak van de Hoge Raad uit 2011, waarin werd gesteld dat voor een zakelijke rente een vergelijking gemaakt moet worden met rentes die niet-verbonden partijen onder vergelijkbare omstandigheden overeenkomen. Aangezien het echtpaar geen andere vergelijkbare gegevens kon overleggen, nam de Rechtbank het rentepercentage van 2,15% van de ING over, inclusief de opslag van 0,60% voor het ontbreken van een hypotheek. Een hogere opslag werd niet geaccepteerd, omdat het echtpaar niet kon aantonen dat het risico voor de (schoon)vader een hogere opslag rechtvaardigde.
Deze uitspraak betekent niet automatisch dat een zakelijke rente voor een familielening altijd 2,75% moet zijn. Wat als zakelijk wordt beschouwd, is afhankelijk van de specifieke feiten en omstandigheden. Het is raadzaam om hierover advies in te winnen bij onze deskundige adviseurs.
Tip! Zorg er altijd voor dat alle afspraken met betrekking tot een lening worden vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst. Dit voorkomt misverstanden en discussies met de Belastingdienst over het bestaan van een overeenkomst.