Als je een kamer in je eigen woning verhuurt, bijvoorbeeld aan een student, kun je onder bepaalde voorwaarden gebruikmaken van de kamerverhuurvrijstelling. Je hoeft dan geen belasting te betalen over de ontvangen huur. Bovendien heeft de kamerverhuur, bij toepassing van de kamerverhuurvrijstelling, geen invloed op je recht op hypotheekrenteaftrek.
Je kunt alleen gebruikmaken van de kamerverhuurvrijstelling als de verhuurde kamer onderdeel is van je eigen woning en geen zelfstandige woning is. Zowel jij als de huurder moeten tijdens de verhuurperiode ingeschreven staan op het adres van de woning.
Daarnaast mogen de totale huuropbrengsten in 2024 niet hoger zijn dan € 5.998. Dit bedrag omvat niet alleen de kale huur, maar ook alle vergoedingen die de huurder aan jou betaalt voor zaken die verband houden met de huur, zoals energiekosten.
Let op! Als je in 2023 ook al een kamer hebt verhuurd, zijn dezelfde voorwaarden van toepassing voor dat jaar. Alleen het maximale bedrag voor totale huuropbrengsten was in 2023 geen € 5.998 maar € 5.881.
Als je niet aan de voorwaarden voldoet, wordt de kamerverhuur gezien als vermogen in box 3. Of je daar belasting over moet betalen, hangt af van je andere bezittingen en schulden in box 3. Daarnaast betekent dit dat je de hypotheekrente die betrekking heeft op de verhuurde kamer niet meer kunt aftrekken in box 1.
Vanaf wanneer voldoe je niet meer aan de voorwaarden?
Als je in een jaar de maximale huuropbrengstengrens overschrijdt, is de kamerverhuurvrijstelling niet meer van toepassing vanaf het begin van dat jaar.
Voorbeeld
Stel dat je vanaf 1 oktober 2023 een kamer in je woning verhuurt voor € 700 per maand. De totale huuropbrengsten in 2023 bedragen € 2.100, dus blijf je onder de grens van € 5.881. Daarom kun je in 2023 gebruikmaken van de kamerverhuurvrijstelling. Als de huur in heel 2024 doorgaat en je na ontvangst van de huur over september 2024 de grens van € 5.998 overschrijdt, is de kamerverhuurvrijstelling vanaf 1 januari 2024 niet meer van toepassing.