Om vrijgesteld te worden van de Vpb mag de fiscale winst in een jaar niet hoger zijn dan € 15.000.
Is de winst hoger dan € 15.000? Dan is de vrijstelling toch van toepassing, wanneer die winst samen met de fiscale winsten van de vier voorafgaande jaren niet hoger is dan € 75.000. Heb je de onderneming nog vrij recent opgestart en zijn er daarom nog geen vier voorafgaande jaren, dan wordt de winstgrens van € 75.000 tijdsevenredig berekend. In jaar 1 is de winstgrens dan € 15.000, in jaar 2 € 30.000 etc. In bepaalde gevallen kan dat bij een winst lager dan € 75.000 ertoe leiden dat de winstgrens toch wordt overschreden.
Let op! Momenteel loopt over die tijdsevenredige berekening van de winstgrens een rechtszaak bij de Hoge Raad.
Als je aan de voorwaarden voor vrijstelling voldoet, geldt de vrijstelling automatisch. Je hoeft deze dus niet aan te vragen. Dat klinkt aantrekkelijk, maar dat betekent dat de vrijstelling automatisch gaat gelden wanneer de winst daalt. Ook het vormen van bijvoorbeeld een fiscale coronareserve kan ertoe leiden dat de vrijstelling automatisch gaat gelden, omdat ook het vormen van een reserve resulteert in een winstdaling.
Door het van toepassing zijn van de vrijstelling ‘verlaat’ jouw onderneming daarmee de vennootschapsbelasting. Daardoor moet je over eventueel aanwezige reserves en goodwill afrekenen. De vrijstelling leidt er ook toe dat je verliezen niet kunt verrekenen. Omdat verliezen beperkt verrekenbaar zijn, kan dat leiden tot verliesverdamping.
Om vervelende gevolgen van de automatische vrijstelling te voorkomen, kan het verstandig zijn te kiezen voor belastingplicht. De keuze voor belastingplicht geldt voor minimaal 5 jaar.
Tip! Kiezen voor belastingplicht doe je door gelijktijdig met het indienen van de aangifte een verzoek daartoe in te dienen. Dat wil zeggen: voordat de inspecteur de definitieve aanslag over het betreffende jaar vaststelt. Doe dit wel tijdig om verliesverdamping te voorkomen.