Momenteel kun je contractueel vastleggen dat geldvorderingen op naam niet mogen worden overgedragen of verpand. Dit gebeurt vooral in sectoren zoals de bouw en retail, waar dit vaak voorkomt. Het gevolg is dat deze vorderingen niet gebruikt kunnen worden als onderpand voor leningen of kunnen worden verkocht aan bijvoorbeeld factoringmaatschappijen.
Door de aanpassing van de wet wordt het binnenkort niet meer toegestaan om contractueel de overdracht of verpanding van zakelijke geldvorderingen op naam te verbieden of te beperken. Dit betekent ook dat je niet langer kunt regelen dat overdracht of verpanding enkel aan bepaalde partijen mag plaatsvinden of dat dit enkel met toestemming van de schuldenaar kan gebeuren.
Let op! Het blijft wel mogelijk om contractueel de vestiging van vruchtgebruik te verbieden of te beperken.
Deze wetswijziging geldt specifiek voor zakelijke geldvorderingen, dat zijn vorderingen die ontstaan zijn in de normale handelspraktijk tijdens het uitoefenen van een beroep of bedrijf.
Let op! Geldvorderingen van particulieren die niet handelen in het kader van een beroep of bedrijf blijven onder de oude regels vallen. Voor deze vorderingen blijft het dus mogelijk om de overdracht of verpanding contractueel te verbieden of te beperken.
Voor bepaalde specifieke soorten zakelijke geldvorderingen op naam is het nog mogelijk om de overdracht of verpanding contractueel te verbieden of te beperken. Dit betreft:
Een andere belangrijke wijziging in de wet is dat de crediteur voortaan schriftelijk aan de debiteur moet meedelen dat de geldvordering is overgedragen of verpand. Pas na deze mededeling is de overdracht of verpanding effectief voor de debiteur.
De nieuwe wet gaat in op een nog te bepalen datum via een koninklijk besluit. Na deze ingangsdatum blijven bestaande contractuele afspraken nog drie maanden geldig. Na die periode kan de nietigheid van verboden of beperkingen van overdrachten en verpandingen worden ingeroepen.