Heb je tijdens de coronacrisis vaste lasten gehad die moeilijk te dekken waren met je omzet? Dan kon je mogelijk gebruik maken van de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL). Deze tegemoetkoming werd verstrekt aan bedrijven die bijvoorbeeld verplicht moesten sluiten en daardoor omzetverlies leden. De hoogte van de TVL was afhankelijk van het omzetverlies en het percentage vaste lasten binnen jouw bedrijfstak.
In een rechtszaak werd TVL voor het vierde kwartaal van 2020 aangevraagd en toegekend aan een bedrijf. Echter, omdat er geen sprake was van omzetverlies, werd de subsidie later ingetrokken. Het bedrijf betwistte dit besluit en voerde aan dat het omzetverlies ten onrechte werd bepaald zonder rekening te houden met het onderhanden werk ter waarde van ruim € 75.000.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) oordeelde dat de TVL terecht werd teruggevorderd. Bij het bepalen van het omzetverlies wordt namelijk uitgegaan van de omzet volgens de btw-aangiftes. Onderhanden werk wordt niet meegerekend, omdat het nog niet is gefactureerd. Dit is nodig om de uitvoering van de TVL regeling haalbaar te houden.
Het CBb benadrukte dat alleen van de btw-aangiftes kan worden afgeweken als deze onjuist zijn en gecorrigeerd worden door de Belastingdienst. Ook als er twijfel bestaat over de omzetcijfers, is het alleen relevant of de Belastingdienst wel of niet tot correctie overgaat. Dit volgt uit een eerdere uitspraak van het CBb.