De eerste dagen dat jouw werknemers niet kunnen werken, moet je als werkgever het loon nog zelf doorbetalen. Het gaat dan om de zogeheten wachtdagen. Het aantal wachtdagen is afhankelijk van het type weersomstandigheden. Is sprake van vorst, ijzel of sneeuwval, dan gelden er per winterseizoen twee wachtdagen per winterseizoen. Een winterseizoen loopt van 1 november tot en met 31 maart. Na afloop van deze wachtdagen kan het UWV aan jou een WW-uitkering verstrekken voor de in dienst zijnde werknemers. In een toepasselijke cao kan bepaald zijn dat deze WW-uitkering wordt aangevuld tot 100%.
Let op! Je kunt voor het aanvragen van een WW-uitkering voor jouw werknemers gebruikmaken van het formulier ‘Aanvraag WW-uitkering wegens onwerkbaar weer’ op de website van het UWV.
Bij het bepalen van het dagloon wordt niet gekeken naar het loon over een jaar uit alle dienstbetrekkingen samen, maar alleen naar het loon dat een werknemer op dat moment verdiende.
Tijdens periodes met onwerkbaar weer tellen de volgende dagen niet mee:
Indien een werknemer via zijn werkgever een WW-uitkering wegens onwerkbaar weer ontvangt, terwijl hij in de periode dat hij deze uitkering krijgt bij een andere werkgever werkt, moet hij de uren die hij elders heeft gewerkt aan het UWV doorgeven. Daarvoor is een speciaal formulier ‘Opgave gewerkte uren tijdens WW wegens onwerkbaar weer’.