Vanaf 2027 wordt er een pseudo-eindheffing van 12% in de loonbelasting geïntroduceerd. Deze heffing betaalt een werkgever wanneer hij een werknemer een personenauto van de zaak ter beschikking stelt die:
Let op! De 12% pseudo-eindheffing is voor rekening van de werkgever en mag niet op de werknemer worden verhaald. Bovendien blijft de bijtelling voor de auto van de zaak die de werknemer aangaat, ongewijzigd.
Er zijn enkele uitzonderingen op deze regel. De eindheffing hoeft namelijk niet te worden betaald als:
Let op! Er is een uitzondering voor incidenteel privégebruik onder overmacht en bijzondere omstandigheden. De werkgever moet wel kunnen aantonen dat dit het geval is.
Wat betreft de uitzondering voor privégebruik, moet je opletten. Voor de bijtelling van de auto van de zaak wordt woon-werkverkeer gezien als zakelijk. Voor de pseudo-eindheffing worden deze kilometers echter als privékilometers gerekend.
Let op! Dit betekent dat een werkgever ook de pseudo-eindheffing moet betalen wanneer de werknemer de auto niet privé gebruikt (of maximaal 500 kilometer) en dus geen bijtelling heeft. Als de werknemer de auto wel voor woon-werkverkeer gebruikt, is de werkgever de 12% pseudo-eindheffing verschuldigd.
De pseudo-eindheffing geldt specifiek voor personenauto’s. Dit zijn voertuigen van het type M1 in het civiele kentekenregister, zoals gedefinieerd in de Europese verordening.
Let op! Een M1-voertuig is ontworpen voor het vervoer van personen en heeft maximaal negen zitplaatsen, inclusief de bestuurdersstoel. Ook kampeerauto’s en personenbusjes voor zorgvervoer die voor maximaal negen personen zijn ingericht, vallen onder deze regeling.
Bestelauto’s, vrachtwagens en tractors behoren niet tot de M1-klasse en zijn dus uitgesloten van de pseudo-eindheffing.
Voor personenauto’s die vóór 1 januari 2027 ter beschikking zijn gesteld, geldt een overgangsregeling tot 17 september 2030. Deze voertuigen worden dus niet vanaf 1 januari 2027 direct getroffen door de pseudo-eindheffing.
Let op! De overgangsregeling blijft van toepassing, zelfs als de auto na 1 januari 2027 aan een andere werknemer ter beschikking wordt gesteld.
De 12% pseudo-eindheffing wordt berekend over de cataloguswaarde van de personenauto, inclusief btw en bpm. In tegenstelling tot de bijtelling wordt bij de berekening van de pseudo-eindheffing geen rekening gehouden met de eigen bijdrage van de werknemer. Is de personenauto ouder dan 25 jaar, dan wordt de heffing berekend over de waarde in het economische verkeer.
Let op! Eerder werd gesproken over een pseudo-eindheffing van 52% die over 22% van de (catalogus)waarde zou worden berekend, wat zou neerkomen op 11,44%. De huidige 12% is dus een verhoging ten opzichte van de eerdere aankondiging.
De pseudo-eindheffing wordt per kalendermaand vastgesteld. Een werkgever kan kiezen om de eindheffing uiterlijk in de tweede loonaangifte van het volgende kalenderjaar te betalen.
Let op! Voor het jaar 2027 dient de werkgever de pseudo-eindheffing uiterlijk in de tweede loonaangifte van 2028 te voldoen.
Proberen te besparen op de pseudo-eindheffing door de personenauto niet elke dag voor privédoeleinden beschikbaar te stellen, zal niet succesvol zijn. Als de auto slechts een deel van de maand privé beschikbaar is, wordt deze verondersteld de hele kalendermaand beschikbaar te zijn voor privégebruik. De 12% pseudo-eindheffing is dan voor de gehele maand van toepassing.
De pseudo-eindheffing geldt voor werkgevers. Dit betekent dat als een bv een auto van de zaak aanbiedt aan een dga, de bv met de heffing te maken kan krijgen.
Een ondernemer met een eenmanszaak of in een vof zal deze heffing voor zichzelf niet hoeven te betalen, maar mogelijk wel voor zijn werknemers.
De maatregel is nog niet definitief. Zowel de nieuwe Tweede Kamer (na de verkiezingen) als de Eerste Kamer moeten nog goedkeuring geven. Het is echter verstandig om nu alvast te anticiperen op de maatregel, vooral als je nu of in de toekomst een leasecontract met een looptijd van vijf jaar aangaat. De overgangsregeling loopt immers tot 17 september 2030, wat al binnen minder dan vijf jaar is.