Door de vrijstelling voor jonge starters op de woningmarkt wordt een woning voor hen beter betaalbaar. Het scheelt jonge starters immers 2% op de koopsom. Bij een koopsom van bijvoorbeeld € 300.000 betekent de vrijstelling dus een lastenvermindering van € 6.000.
De vrijstelling is niet alleen van toepassing voor starters op de woningmarkt maar is wel eenmalig. De koper moet bovendien minstens 18 jaar oud zijn en niet ouder dan 34 jaar. Ook moet hij zelf de woning als hoofdverblijf gaan bewonen.
Degene die nu al een woning bezit, aan de voorwaarden voldoet en een andere woning koopt, heeft dus ook recht op de vrijstelling. Van de vrijstelling is dan namelijk nog niet eerder gebruik gemaakt.
Beleggers betalen vanaf volgend jaar juist extra overdrachtsbelasting. In plaats van de huidige 2% voor woningen wordt dit 8%. Op deze manier wil het kabinet vorkomen dat woningen voor de neus van jongeren worden weggekocht door beleggers.
Let op! Iedereen die niet zelf in de woning gaat wonen, betaalt vanaf volgend jaar 8% overdrachtsbelasting. Dus bijvoorbeeld ook de ouder die voor zijn studerend kind een woning koopt.
Daarnaast gaat de overdrachtsbelasting voor alle niet-woningen volgend jaar eveneens 8% bedragen. Daarbij kan gedacht worden aan kantoren en fabrieken. Dit is 2%-punt hoger dan de huidige 6%.
Door de maatregel gaat ook voor vakantiewoningen een tarief van 8% gelden. Die woningen dienen immers niet als hoofdverblijf.