In een zaak die onlangs door een horecaondernemer voor de rechter werd uitgevochten, werd beslist dat de WOZ-waarde van een bedrijfspand voor het jaar 2017 nog niet door corona werd beïnvloed. De zaak werd pas jaren later voor de rechter uitgevochten, maar voor de WOZ-waarde van panden is de peildatum doorslaggevend.
De peildatum voor de waardebepaling in het kader van de WOZ, ligt in de regel op 1 januari van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de WOZ-waarde wordt vastgesteld. Dat is voor dit jaar dus 1 januari 2020. Dit kan anders zijn als sprake is van een ‘bijzondere omstandigheid’.
Bij een verandering in waarde door een specifiek voor het pand geldende bijzondere omstandigheid, wordt de waardepeildatum echter een jaar vervroegd. De waardepeildatum voor WOZ-beschikkingen van 2021 is dan dus 1 januari 2021. De vraag is of de coronacrisis zo’n bijzondere omstandigheid is.
De Waarderingskamer controleert en beoordeelt gemeenten op de uitvoering van de Wet WOZ. Onderzoek in opdracht van de Waarderingskamer bracht aan het licht dat corona inderdaad zo’n bijzondere omstandigheid kan zijn.
Voorwaarde is dan wel dat er door de coronacrisis voor een pand sprake is van een substantiële waardedaling. Wat dit precies is, is niet bekend, maar duidelijk is dat het niet om kleinigheden mag gaan.
Inmiddels is duidelijk dat met name de horeca, maar ook veel detailhandelszaken, geconfronteerd worden met een aanzienlijke omzetschade door corona. Daarbij is de duur van deze omzetschade onbekend. Het is dan ook verdedigbaar te stellen dat veel panden waarin horeca of detailhandel wordt uitgeoefend, fors in waarde zijn gedaald als gevolg van het leegstandsrisico.
Let op! In die gevallen is er voor de WOZ-waarde sprake is van een ‘bijzondere omstandigheid’, die ertoe noopt de waardepeildatum voor dit jaar te bepalen op 1 januari 2021 in plaats van 1 januari 2020. Dit zal dan leiden tot een lagere WOZ-waarde.