Winst of resultaat uit overige werkzaamheden?

Recent vond een rechtszaak plaats bij de rechtbank in Noord-Holland over de vraag of de positieve resultaten uit daytrading belastbaar zijn in box 1. Het betrof een daytrader die met zijn eerdere werkgever een samenwerkingsovereenkomst had gesloten voor daytrading, waardoor hij aanzienlijke winsten genereerde van zelfs € 137.000 tot meer dan € 800.000 per jaar.

De inspecteur was van mening dat deze resultaten moesten worden geklassificeerd en belast als winst uit onderneming of als resultaat uit overige werkzaamheden (row). Echter, de daytrader stelde dat zijn vermogen juist in box 3 belast had moeten worden.

Bron van inkomen

De rechtbank concludeerde dat er pas sprake is van belasting als het resultaat als winst of row geldt wanneer er een duidelijke bron van inkomen is. Dit impliceert deelname aan het economische verkeer met als doel voordeel te behalen, waarvan het redelijkerwijs verwacht kan worden dat dit ook daadwerkelijk gerealiseerd wordt. De partijen waren het niet met elkaar eens over de vraag of aan deze laatste voorwaarde was voldaan.

Is voordeel redelijkerwijs te verwachten?

Ondanks de jarenlange positieve resultaten kwam de rechtbank tot de conclusie dat het niet redelijkerwijs verwacht kon worden dat de daytrader voortdurend winst zou maken. De rechtbank beschouwde daytrading als speculatief, waarbij koersbewegingen in een vrije markt moeilijk te voorspellen zijn. Bovendien heeft de hoeveelheid arbeid die verricht wordt geen invloed op het uiteindelijke resultaat.

Resultaat en speculatieve aard

Volgens de rechtbank zijn de behaalde resultaten volledig los te zien van het speculatieve karakter van daytrading. Het samenwerkingsverband met zijn voormalige werkgever bood geen betere mogelijkheden om koersen te voorspellen en leidde ook niet tot lagere transactiekosten.

Collega's met minder geluk

De daytrader merkte ook op dat enkele van zijn collega's flink minder succesvol waren, met sommigen die zelfs met aanzienlijke verliezen te maken kregen. De rechtbank stemde dan ook in met zijn standpunt dat de positieve resultaten onbelast moesten blijven en dat de belastingheffing in box 3 van toepassing was.