28 april 2025 — 2 minuten

Fiscale eenheid vennootschapsbelasting: Zonder economisch eigendom geen optie!

Voorwaarden voor het vormen van een fiscale eenheid

Overheid

Niet elke besloten vennootschap kan zomaar met andere bv's een fiscale eenheid vormen. Om een verzoek tot een fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting te kunnen indienen, moet aan de volgende criteria worden voldaan:

  • De moedervennootschap moet minimaal 95% van zowel het juridische als economische eigendom bezitten van het gestorte aandelenkapitaal van de dochtermaatschappij. Dit betekent dat het aandelenbezit ten minste 95% van de stemrechten vertegenwoordigt en recht geeft op minstens 95% van de winst en het vermogen van de dochtermaatschappij.
  • De boekjaren van de betrokken bv's moeten overeenkomen, behalve wanneer een bv gedurende het jaar wordt opgericht.
  • Alle deelnemende bv's dienen dezelfde methode voor winstbepaling te hanteren.
  • Zowel de moedervennootschap als de dochtermaatschappij(en) moeten feitelijk in Nederland zijn gevestigd.
  • De moedermaatschappij mag de aandelen in de dochtermaatschappij niet als voorraad aanhouden.

Voordelen en nadelen van een fiscale eenheid

Een belangrijk voordeel van het aangaan van een fiscale eenheid is dat verliezen onderling tussen bv's kunnen worden verrekend, wat leidt tot lagere belastingbetalingen. Aan de andere kant is een aanzienlijk nadeel dat er slechts één keer gebruik kan worden gemaakt van het gunstige vennootschapsbelastingtarief van 19% voor winsten tot € 200.000.

Casus: twijfels over economische eigendom

Bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vond een zaak plaats waarin een bv de juridische eigendom van de aandelen van een andere bv bezat, maar er bestonden twijfels of deze bv ook de economische eigendom had. Dit bood mogelijke obstakels voor het beoogde fiscale eenheid.

Afgesproken verkoopprijs vooraf

Het Hof oordeelde dat voor het creëren van een fiscale eenheid de economische eigendom van de aandelen voor minstens 95% aanwezig moest zijn. In deze zaak bleek de bv geen economische eigendom van de aandelen te bezitten. Dit kwam omdat er vooraf afgesproken was dat de aandelen in de dochter-bv op een specifieke datum en voor een vastgestelde prijs opnieuw verkocht zouden worden. Dit zorgde ervoor dat eventuele fluctuaties in de aandelenwaarde niet voor rekening van de moedermaatschappij kwamen, waardoor er geen economisch risico voor de moedermaatschappij was.

Geen gerechtvaardigd vertrouwen

De moedermaatschappij voerde aan dat er sprake was van gerechtvaardigd vertrouwen, aangezien de inspecteur een beschikking had verstrekt ter goedkeuring van de fiscale eenheid. Het Hof onderschreef deze redenering echter niet. De moedermaatschappij had immers zelf aangegeven over de economische eigendom van de aandelen in de dochter-bv te beschikken. Aangezien dit niet waar bleek te zijn, kon de inspecteur niet gebonden worden aan de beschikking die op basis van onjuiste informatie was gegeven. Hierdoor was het niet mogelijk om een fiscale eenheid te vormen tussen de bv's.

Recente items

Blijf op de hoogte

Wil je altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws omtrent financiën en accountancy?
Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief en mis niets.

Aanmelden nieuwsbrief

Wilt u onze nieuwsbrief niet meer ontvangen? dan kunt u zich hier uitschrijven.