18 september 2024 — 8 minuten

De 10 beste belastingvoorstellen Prinsjesdag 2024

```html

1. Verlaging van het hoge tarief in de tweede schijf van box 2

Binnenhof

Per 1 januari 2024 zijn er twee tarieven geïntroduceerd voor box 2, in plaats van het uniforme tarief. Voor ontvangen dividenden tot € 67.000 geldt in 2024 een tarief van 24,5%. Dit tarief blijft in 2025 onveranderd, maar dan geldt het voor dividenden tot € 67.804. Het tarief in de tweede schijf werd eind 2023 op het laatste moment gewijzigd van de voorgestelde 31% naar 33%. Dit wordt vanaf 2025 weer teruggedraaid, en het tarief in de tweede schijf zal in 2024 33% blijven en in 2025 terugkeren naar 31%.

Tip! Fiscale partners profiteren dubbel van het tarief van de eerste lage schijf, waardoor een uitkering van € 134.000 in 2024 belast wordt tegen het lage tarief van 24,5%. In 2025 geldt het lage tarief tot een uitkering van € 135.608 voor fiscale partners.

Let op! Vanaf 2025 beïnvloeden dividenduitkeringen de vermindering van de algemene heffingskorting. Deze heffingskorting kan dalen of zelfs nul worden als gevolg van dividenduitkeringen. Tevens heeft een dividenduitkering, al in 2024, invloed op de 'dga belasting' en de waarde van box 3 vermogen. Overleg daarom met je adviseur voor de meest gunstige dividenduitkering in jouw situatie in 2024.

2. Afschaffing van het verlaagde btw-tarief voor kunst, cultuur, sport en hotelverblijven per 1 januari 2026

Het verlaagde btw-tarief van 9% voor cultuur, media, logies (hotels, vakantiehuizen en stacaravans), boeken en sport verdwijnt per 1 januari 2026. Het algemene btw-tarief van 21% gaat dan gelden.

Let op! Voor non-profit sportverenigingen blijft de vrijstelling van toepassing.

Tip! Er zijn enkele uitzonderingen: bioscopen, circussen, campings en dagrecreatie (attractieparken, speeltuinen en dierentuinen) blijven onder het verlaagde btw-tarief van 9% vallen.

Let op! De aanpassing van het btw-tarief hangt af van wanneer de dienst wordt verleend, niet van wanneer de betaling door de dienstverlener wordt ontvangen. Bijvoorbeeld, als je in 2025 een ticket verkoopt voor een theatervoorstelling die in 2026 plaatsvindt, geldt in 2025 al het algemene tarief van 21%.

3. Verlaging van de overdrachtsbelasting voor niet-eigenwoningbezit

De algemene overdrachtsbelasting van 10,4% wordt per 1 januari 2026 verlaagd naar 8% voor woningen die niet in eigen gebruik zijn. Deze verlaging is niet van toepassing op commerciële panden. Voor woningen die wel eigen woning zijn, blijft het tarief op 2%, onder de bestaande voorwaarden. Eerste kopers onder de 35 jaar blijven recht houden op de eenmalige vrijstelling van overdrachtsbelasting onder de huidige voorwaarden.

Let op! Deze verlaging is nog niet in een concreet wetsvoorstel vastgelegd, maar zal op een later tijdstip (verwacht in oktober 2024) worden opgenomen in een wetsvoorstel.

4. Bedrijfsoverdrachtsregeling en doorschuifregeling

De bedrijfsoverdrachtsregeling (BOR) en de doorschuifregeling (DSR) zijn bedoeld om de continuïteit van een bedrijf niet in gevaar te brengen door de belastingdruk bij werkelijke bedrijfsoverdrachten. Hierdoor kun je het stokje met belastingvoordeel doorgeven aan de volgende generatie. De BOR en DSR zijn cruciaal tijdens de overdracht van familiebedrijven, maar let op de reeds aangenomen wijzigingen eind 2023 en de aangekondigde aanvullingen.

Het kabinet stelt voor om de verplichte voortzettingstermijn van vijf naar drie jaar te verlagen per 1 januari 2025. Indien dit voorstel wordt aangenomen, blijft de termijn van vijf jaar gelden voor verwervingen vóór 1 januari 2025 en geldt een termijn van drie jaar voor verwervingen na deze datum.

De voorgestelde wijzigingen per 1 januari 2026 zijn onder meer:

  • Beperking van de BOR en DSR voor aandelen tot gewone aandelen met een minimaal belang van 5%. Opties en winstbewijzen vallen dan niet meer onder de BOR en DSR voor aandelen.
  • Vereenvoudiging van herstructureringen tijdens de bezit- en voortzettingstermijn.
  • Een langere bezittingsperiode voor schenker en erflater die de onderneming later dan twee jaar na hun AOW-leeftijd zijn gestart.
  • Voorkomen van ongewenst gebruik van dubbele BOR.

Let op! Sinds 1 januari 2024 kwalificeren vastgoed dat ter beschikking is gesteld aan derden (inclusief verhuur) niet meer automatisch als bedrijfsmiddel. Het schenken of erven van dergelijk vastgoed met toepassing van het BOR is sindsdien niet meer mogelijk.

5. Terugdraaien van de beperktere 30% ruling voor expats

Werknemers die naar Nederland komen en aan de vereisten voldoen, kunnen aanspraak maken op de 30% ruling. Dit houdt in dat ze tot 30% van hun salaris onbelast kunnen ontvangen. In het Belastingplan 2024 werd een afbouw in stappen naar 10% aangekondigd (de zogenoemde '30-20-10-regel'). Deze bezuiniging wordt grotendeels teruggedraaid, maar er komt een hogere salarisstandaard.

Per 1 januari 2027 wordt een vast tarief van 27% geïntroduceerd voor maximaal vijf jaar. In 2025 en 2026 geldt een tarief van 30% voor alle werknemers die aan de voorwaarden voldoen. De salarisstandaard wordt verhoogd van € 46.107 (bedrag in 2024) naar € 50.436 per 2027. Voor binnenkomende werknemers jonger dan 30 jaar met een masterdiploma wordt de salarisstandaard verhoogd van € 35.048 (bedrag in 2024) naar € 38.338.

Let op! Voor werknemers die de 30% regeling voor 2024 al hebben aangevraagd, blijft het percentage van 30 gedurende de gehele termijn van toepassing. Bovendien blijft de oude (geïndexeerde) inkomensnorm voor hen van toepassing. Zij worden dus niet geconfronteerd met 27% en een hogere salarisstandaard vanaf 2027.

Let op! Deze wijzigingen zijn nog niet opgenomen in een concreet wetsvoorstel, maar zullen op een later tijdstip (gericht op oktober 2024) in een wetsvoorstel worden opgenomen.

6. Motorrijtuigenbelasting voor emissievrije personenauto's

Momenteel betalen gebruikers van een emissievrije personenauto (volledig elektrisch of op waterstof) geen motorrijtuigenbelasting. Aan het einde van 2019 is in de Klimaatakkoord Belastingmaatregelen wet vastgesteld dat per 2025 een korting van 75% op de motorrijtuigenbelasting voor deze auto’s θα gelden en dat de korting per 1 januari 2026 volledig komt te vervallen. Om ervoor te zorgen dat er geen verminderde verkoop van emissievrije voertuigen ontstaat, geldt er van 2026 tot 2029 een korting van 25% op de motorrijtuigenbelasting voor emissievrije auto's.

Let op! Deze wijziging is nog niet opgenomen in een concreet wetsvoorstel, maar zal op een later tijdstip (gericht op oktober 2024) worden opgenomen in een wetsvoorstel.

7. Afschaffing van de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting

Voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2025, wordt de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting afgeschaft. Dit betekent dat je vanaf die datum geen donaties meer van je winst kunt aftrekken. Donaties hoeven bovendien als dividenduitkering aan jou in privé beschouwd te worden vanaf 2025, wat betekent dat ze onderhevig zijn aan dividendbelasting en in box 2 van de inkomstenbelasting. In box 2 geldt in 2025, afhankelijk van het totale bedrag aan dividenduitkeringen van dat jaar, een tarief van 24,5% of 31%. Toch heb je onder bepaalde voorwaarden de mogelijkheid om de giftenaftrek in de inkomstenbelasting privé te gebruiken.

Let op! Hoewel de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting verdwijnt, blijft deze aftrek in de inkomstenbelasting in 2025 ongewijzigd.

Let op! Ondersteun je goede doelen via sponsoring of adverteren? Dan worden deze kosten niet beschouwd als donaties, maar als zakelijke kosten. Deze kosten blijven, net als andere zakelijke kosten, aftrekbaar van de winst. Dit geldt ook voor de uitgaven die je maakt als onderdeel van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.

8. Invoering van de derde inkomstenbelasting schijf

Per 1 januari 2025 wordt er in Box 1 een nieuwe verlaagde eerste schijf geïntroduceerd. Dit zorgt voor een gerichte verlaging van de belastingdruk, voornamelijk voor middeninkomens. Het tarief in deze eerste schijf daalt van 36,97% (2024) naar 35,82% (2025). Deze schijf loopt in 2025 tot een inkomen van € 38.441. Het tarief van de tweede schijf in 2025 is 37,48% en loopt tot € 76.817. De grens voor de derde (hoogste) schijf is dus € 1.298 hoger dan in 2024. Het hoogste tarief in box 1 blijft 49,5%.

Let op! Als je in het laagste tarief valt, ontvang je ook aftrekken in het laagste tarief.

9. Tarief in box 3 blijft op 36%

Het tarief in box 3 blijft komend jaar op 36%. Ondanks de verwachtingen dat het tarief voor box 3 verlaagd zou worden om de belastingdruk op spaarders en investeerders te verminderen, verandert het tarief niet.

Let op! Op 6 juni 2024 heeft de Hoge Raad geoordeeld - in het kort - dat een belastingbetaler recht heeft op meer rechtsherstel als het werkelijke rendement in box 3 lager is dan het wettelijke (forfaitaire) rendement. De gevolgen en verdere details van dit oordeel zijn verder uitgewerkt in een parlementaire brief, die op Prinsjesdag 2024 is gepubliceerd. We houden je hierover binnenkort uitgebreider op de hoogte.

10. Wijzigingen in de renteaftrekmaatregel

De renteaftrekmaatregel beperkt de algemene renteaftrek en geldt voor alle belastingplichtige bedrijven. Dit houdt in dat je minder van het verschil tussen de rente uitgaven en de rente inkomsten van geldleningen kunt aftrekken bij het vaststellen van je winst. Vanaf 2025 kun je de rente balans niet meer aftrekken als deze groter is dan het hoogste van 25% (20% in 2024) van de (gecorrigeerde) winst of de drempel van € 1 miljoen.

Per 1 januari 2025 zal de drempel van € 1 miljoen niet meer van toepassing zijn voor vastgoed entities die vastgoed verhuren aan derden. Dit betekent dat vastgoed entities maximaal 25% van de (gecorrigeerde) winst in rente kunnen aftrekken.

Let op! Deze regel geldt niet voor vastgoed dat aan een verbonden entiteit of aan een verbonden natuurlijke persoon wordt verhuurd.

```

Recente items

Blijf op de hoogte

Wil je altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws omtrent financiën en accountancy?
Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief en mis niets.

Aanmelden nieuwsbrief

Wilt u onze nieuwsbrief niet meer ontvangen? dan kunt u zich hier uitschrijven.