Sport draait om het bieden van mogelijkheden voor jou om te sporten en te zwemmen, gecombineerd met het gebruik van sportfaciliteiten aangeboden door commerciële organisaties. Deze commerciële aanbieders hebben als doel winst te maken. Denk hierbij aan het bezoeken van een sportschool voor fitness of schaatsen op een ijsbaan. Het voorstel suggereert dat de btw op sportabonnementen en toegangstickets zal worden verhoogd naar 21%.
Let op! Sportlessen zonder terbeschikkingstelling van een sportaccommodatie zijn momenteel al belast met 21% btw.
Het sporten bij niet-winstgevende organisaties, zoals je lokale voetbalvereniging of hockeyclub, valt niet onder dit voorstel. Hier blijft de btw-vrijstelling bestaan, wat betekent dat de btw op de contributie 0% blijft.
Het is ook voorgesteld om de btw op toegangsprijzen voor sportwedstrijden vanaf 2026 te verhogen naar 21%.
Let op! Dit gaat niet alleen om de toegang tot professionele sportwedstrijden, ook de tickets voor amateurwedstrijden van sportclubs zullen verhoogd worden naar 21% btw.
Als klanten in 2025 al betalen voor sportactiviteiten die in 2026 plaatsvinden, moet de commerciële sportaanbieder ook in 2025 al 21% btw rekenen. De wetgeving stipuleert dat voor het bepalen van het btw-tarief het moment van betaling niet bepalend is, maar het moment van de sportuitvoering. Bijvoorbeeld, als je in oktober 2025 een abonnement koopt dat loopt van 1 oktober 2025 tot 1 oktober 2026, dan is er over 3/4 van de abonnementsperiode 21% btw verschuldigd.
Let op! Dit wetsvoorstel moet nog goedgekeurd worden door zowel de Tweede als de Eerste Kamer, waardoor de btw-verhoging en bijbehorende voorwaarden nog niet definitief zijn.