In een rechtszaak bij het Hof Amsterdam kocht een dga een auto van zijn bv voor slechts € 15.000, terwijl de werkelijke waarde € 75.000 bedroeg. Het verschil van € 60.000 werd beschouwd als verkapt dividend. Voor de btw werd enkel rekening gehouden met het betaalde bedrag van € 15.000. Dit leidde tot een naheffing voor de bv over de resterende waarde.
In een vergelijkbare zaak bij het Hof Den Bosch werd een auto met een waarde van € 29.750 verkocht aan de dga voor € 2.624. Ook hier werd de restwaarde als verkapt dividend behandeld. Hoewel de bv btw had afgedragen over de volledige waarde, ging ze in bezwaar tegen de eigen aangifte.
Ondanks de gelijkenissen in beide zaken, kwamen de gerechtshoven tot verschillende conclusies. Hof Amsterdam concludeerde dat er sprake was van misbruik van recht en gaf de Belastingdienst gelijk. Aan de andere kant oordeelde Hof Den Bosch dat er geen misbruik van recht was en steunde de bv.
Misbruik van recht kan worden aangenomen wanneer er een belastingvoordeel wordt verkregen in strijd met de doelstelling van de wet, en de essentie van de transactie is gericht op het verkrijgen van dit voordeel.
Het Hof Amsterdam meende dat in dit geval aan de criteria voor misbruik van recht was voldaan. De auto werd namelijk voor een aanzienlijk lagere prijs verkocht, waardoor deze vrijwel zonder btw aan de dga werd overgedragen.
Hof Den Bosch daarentegen vond dat een abnormaal lage prijs niet voldoende was voor het aannemen van misbruik van recht. Dividend moet slechts uitzonderlijk worden beschouwd als vergoeding voor de btw. Er moet een direct link zijn tussen de aankoop van de auto en het verkapte dividend. De inspecteur diende dit aan te tonen, wat volgens het Hof niet gebeurde, waardoor de bv in het gelijk werd gesteld.
Nu is het afwachten tot de Hoge Raad zich over deze zaken buigt, aangezien beide zaken waarschijnlijk in cassatie zullen gaan. We houden je natuurlijk op de hoogte van de ontwikkelingen.