Bij de btw-herzieningsregeling voor investeringsgoederen wordt het gebruik van roerende investeringsgoederen gedurende vier jaar en dat van onroerende investeringsgoederen gedurende negen jaar na de ingebruikname gemonitord.
Wanneer het investeringsgoed in deze periode op een bepaalde manier wordt ingezet voor btw-belaste en/of btw-vrijgestelde prestaties, kan dit invloed hebben op de eerder in aftrek gebrachte btw. Dit betekent dat de eerder afgetrokken btw mogelijk herzien moet worden. Verandert het gebruik van btw-belast naar btw-vrijgesteld? Dan is er een kans dat je btw moet terugbetalen. Omgekeerd kan je mogelijk btw terugvorderen als het gebruik verandert van btw-vrijgesteld naar btw-belast.
Vanaf 2026 komt er een btw-herzieningsregeling voor diensten aan onroerende zaken. Deze regeling geldt voor investeringsdiensten aan onroerende zaken met een waarde van minimaal € 30.000 (excl. btw) en zal de eerste vier jaar na de ingebruikname worden gevolgd. Als het gebruik in deze periode verandert, dan wordt de btw-aftrek op de investeringsdienst herzien.
De btw-herzieningsregeling is enkel van toepassing op diensten die onroerende zaken langdurig dienen (investeringsdiensten). Hierbij kun je denken aan het vernieuwen, uitbreiden, repareren of vervangen van onroerende zaken, evenals sloopwerkzaamheden die samenhangen met een verbouwing.
Materialen, systemen, machines en werktuigen die onderdeel worden van de dienst en na installatie of montage hun zelfstandigheid verliezen, vallen ook onder de investeringsdienst.
Alleen investeringsdiensten van ten minste € 30.000 (excl. btw) zijn onderhevig aan de btw-herzieningsregeling. Dit bedrag geldt per dienst. Stel dat een schilder voor € 25.000 (excl. btw) de buitenkozijnen en deuren van een gebouw schildert en een elektricien voor € 10.000 (excl. btw) werkzaamheden binnen het gebouw verricht, dan is de btw-herzieningsregeling niet van toepassing. Beide diensten blijven immers onder de € 30.000-grens.
Let op! Er wordt verwacht dat diensten wellicht gesplitst worden, maar tijdens de parlementaire behandeling van de btw-herzieningsregeling is al aangegeven dat een kunstmatig opgesplitste dienst als één dienst zal worden beschouwd.
De btw-herzieningsregeling gaat in voor investeringsdiensten die vanaf 1 januari 2026 in gebruik worden genomen. Als je deze investeringsdiensten vóór deze datum in gebruik neemt, geldt de regeling niet voor jou.
Let op! Als je in staat bent om vóór 1 januari 2026 in gebruik te nemen, lijkt dat een verstandige keuze, vooral als de nieuwe regeling resulteert in het gedeeltelijk terugbetalen van afgetrokken btw. Wijzigt jouw gebruik van onroerend goed van btw-vrijgesteld naar (gedeeltelijk) btw-belast? Dan kan de regeling ook voordelig uitpakken, omdat je mogelijk recht hebt op meer btw-aftrek. In dat geval kan het verstandig zijn om de ingebruikname uit te stellen tot 2026.