Let op: Sommige van deze tips hebben betrekking op voorstellen in het 2024 Belastingplan die nog moeten worden goedgekeurd door de Tweede en Eerste Kamer. De overheid kondigt ook regelmatig nieuwe plannen aan of herziet haar plannen. Het is daarom belangrijk om altijd contact op te nemen met je adviseur om de situatie te bespreken.
Vanaf 1 januari 2024 verandert het tarief in box 2, dat ook van toepassing is op dividendinkomsten. Het huidige tarief van 26,9% wordt vervangen door twee tarieven. Een tarief van 24,5% zal van toepassing zijn op inkomen tot € 67.000 (of een gezamenlijk bedrag van € 134.000 voor fiscale partners), met een tarief van 31% boven dit bedrag. Let op dat, als gevolg van een motie aangenomen door de Tweede Kamer, het hogere tarief dat vanaf 1 januari 2024 van toepassing is, mogelijk kan worden vastgesteld op 33% in plaats van 31%. Onderneem stappen om de komende tariefwijzigingen in box 2 zo goed mogelijk voor te bereiden. De vraag die je moet overwegen is of het verstandig is om een dividend uit te keren in 2023 of om te wachten tot 2024 en de jaren daarna. Hetzelfde geldt voor een geplande verkoop van aandelen: is het het beste om dit in 2023 te doen of te wachten tot 2024? Deze vraag moet in elk individueel geval worden beoordeeld om de juiste beslissing te nemen, omdat dit allemaal afhangt van je persoonlijke omstandigheden. Raadpleeg daarom altijd je (belasting)adviseur.
Zorg ervoor dat je in 2023 optimaal gebruik maakt van de mogelijkheden die je hebt onder de werkkostenregeling. Dit is met name belangrijk, omdat het vaste budget in 2024 opnieuw wordt verlaagd. Tot een loonsom van € 400.000 is het vaste budget momenteel nog steeds 3%, maar dit zal in 2024 dalen tot slechts 1,92%. Boven dit niveau zal in 2024 nog steeds het tarief van 1,18% van toepassing zijn. Beoordeel daarom het resterende bedrag van je vaste budget en denk na of vergoedingen en voordelen in natura die je van plan bent in 2024 te verstrekken mogelijk naar 2023 kunnen worden overgebracht.
Heb je meer dan 100 werknemers? Dan ben je vanaf 1 januari 2024 verplicht om de CO2-uitstoot die voortvloeit uit de door je werknemers afgelegde kilometers te registreren. Er moet een overzicht bijgehouden worden van alle trips die door het personeel worden gemaakt; dit omvat woon-werkverkeer en alle andere zakelijke reizen. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) zal de CO2-uitstoot berekenen op basis van de ingediende gegevens. Voldoe je aan de criteria? Zo ja, dan heb je tot uiterlijk 1 januari 2024 de tijd om je administratie hierop aan te passen zodat je deze gegevens kunt bijhouden. De gegevens voor 2024 moeten uiterlijk op 30 juni 2025 worden ingediend. Voorlopig is er alleen een verplichting om deze gegevens te rapporteren.
Als je bedrijven momenteel gegroepeerd zijn in een vennootschapsbelasting entiteit, is het de moeite waard om dit te bekijken. De vennootschapsbelasting entiteit betaalt vennootschapsbelasting over de totale winst van de gecombineerde bedrijven. Gezien het verschil tussen het lagere en hogere tarief van deze belasting, kan het beëindigen van de vennootschapsbelasting entiteit voordelig zijn. Immers, in 2024 zal het verschil tussen de tarieven 6,8 procentpunt bedragen (19% en 25,8% respectievelijk), waarbij het lagere tarief van toepassing is op de eerste € 200.000 van je winst. Als de vennootschapsbelasting entiteit wordt beëindigd, kan elk bedrijf afzonderlijk profiteren van het lagere tarief. Praat met je adviseur om er zeker van te zijn dat het beëindigen van de vennootschapsbelasting entiteit geen andere (negatieve) gevolgen heeft.
Met ingang van 2023 ontvangt een belastingplichtige met weinig inkomen geen gedeeltelijke betaling meer van de algemene heffingskorting, arbeidskorting en inkomensafhankelijke combinatiekorting. Als je partner geen of onvoldoende inkomen heeft, maar samen met je partner heb je belastbaar vermogen (box 3), dan kun je dit vermogen gebruiken om het verlies van belastingkortingen (gedeeltelijk) te voorkomen. Dit doe je in je belastingaangifte door het toewijzen van het vermogen aan de partner die geen of weinig inkomen heeft. Als je een bedrijf hebt, kun je er ook voor kiezen om een dividend uit te keren en een deel van dat dividend toe te wijzen aan je partner. Het vermogen en/of dividend dat je aan je partner toewijst is belastbaar voor je partner, wat betekent dat hij of zij dan gebruik kan maken van de belastingkortingen in zijn geheel of gedeeltelijk.
De bedrijfsoverdrachtsregeling (BOR) en de doorschuiffaciliteit (DSR) zijn belangrijke faciliteiten met betrekking tot de schenking of vererving van een (familie)bedrijf. Vanaf 2025 worden er wijzigingen doorgevoerd in de BOR en DSR, hoewel één aspect al eerder wordt geïntroduceerd, vanaf 1 januari 2024. Dit betekent dat eventuele verhuurde onroerende zaken moeten worden aangemerkt als beleggingen. In veel situaties is dit al het geval, maar door deze wijziging zal dit automatisch het geval zijn vanaf 2024. Als je overweegt om op korte termijn je bedrijf te schenken en gebruik wilt maken van de BOR of DSR, bespreek dan met je adviseur of het vanwege de bovenstaande wijzigingen gunstig zou zijn om dit in 2023, 2024 te doen, of om te wachten tot 2025.
Op het gebied van de vennootschapsbelasting is er een faciliteit waarmee aftrek van giften mogelijk is. Dit is mogelijk tot een maximum van 50% van de winst van een bedrijf, maar mag nooit meer dan € 100.000 bedragen. Zolang je binnen deze limiet blijft, wordt de gift ook niet beschouwd als een verkapte dividenduitkering aan de aandeelhouder(s). De mogelijkheid voor bedrijven om giften af te trekken wordt echter afgeschaft. Dit betekent dat giften gedaan door bedrijven vanaf 2024 niet meer aftrekbaar zijn. Aan de andere kant zullen dergelijke betalingen vanaf dat moment nooit meer als verkapte dividenduitkering worden beschouwd, zelfs als de gift meer dan 50% van de winst of € 100.000 bedraagt. Overweeg je om een gift vanuit je bedrijf te doen aan een ANBI (algemeen nut beogende instelling)? Doe dit dan vóór 31 december 2023, zodat je deze in 2023 kunt aftrekken. Je bedrijf moet natuurlijk voldoende winst hebben gemaakt in 2023 om dit mogelijk te maken. Kosten waarvoor je iets terugkrijgt (zoals sponsoring of reclame) blijven op de gebruikelijke manier aftrekbaar.
In 2024 wordt de energie-investeringsaftrek (EIA) verlaagd van 45,5% naar 40%. Als je van plan bent om op korte termijn energiebesparende investeringen te doen, doe dit dan indien mogelijk in 2023. Houd rekening met eventuele daarmee samenhangende effecten, zoals de impact op het niveau van je winst en op de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA).
2023 is het laatste jaar waarin je gebruik kunt maken van de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE) voor kleinschalige windturbines en zonnepanelen. Er is een budget van € 30 miljoen beschikbaar gesteld voor 2023. Alle rechtspersonen, maar ook samenwerkingsverbanden, stichtingen, maatschappen en vennootschappen onder firma komen in aanmerking voor deze subsidie.
In 2023 mag je een aantal nieuwe bedrijfsmiddelen willekeurig afschrijven waarin je dit jaar hebt geïnvesteerd. Op deze manier kun je je winst in 2023 verlagen, wat kan resulteren in een directe belastingbesparing. Aan de andere kant betekent dit dat de afschrijving op deze goederen in de resterende jaren lager zal zijn en dat je dus meer belasting zal betalen. Willekeurige afschrijving is daarom niet per se altijd voordelig, bijvoorbeeld als je winst in 2023 tegen een lager tarief wordt belast dan in de komende jaren. Onder deze regeling kun je in 2023, op een eenmalige basis, 50% van de kosten van het bedrijfsmiddel willekeurig afschrijven, rekening houdend met de restwaarde. De andere 50% moet op de gebruikelijke manier worden afgeschreven. Je kunt echter ook ervoor kiezen om minder of helemaal geen afschrijving toe te passen op de helft van het investeringsbedrag (minus de restwaarde), zodat je in de komende jaren meer kunt afschrijven. Overweeg willekeurige afschrijving toe te passen in 2023 als dit gunstig voor je is.