1. Vast budget onder de regeling voor werkgerelateerde uitgaven wordt verminderd in 2024

Met ingang van 1 januari 2024 is het vaste budget onder de regeling voor werkgerelateerde uitgaven verlaagd naar 1,92% over de eerste € 400.000 van de loonsom (2023: 3%). Het blijft 1,18% bedragen over het bedrag boven de loonsom.

2. Gewoon salaris voor DGA's in 2024

Het standaardbedrag onder de regeling voor het gewone salaris voor een DGA en diens medewerkende partner wordt verhoogd naar € 56.000 in 2024 (2023: € 51.000). Deze regeling is van toepassing op iedereen met een aanzienlijk aandelenbelang in een bedrijf (of wiens partner een dergelijk aandelenbelang heeft) en ook werkzaam is voor dat bedrijf. Zij moeten een salaris ontvangen dat 'gewoon' is voor dergelijk werk. Het standaardbedrag van € 56.000 is een van de elementen die worden gebruikt om te bepalen wat gewoon is.

3. Stijging van de reiskostenvergoeding in 2024

Dit jaar is de vrijgestelde reiskostenvergoeding voor zakelijke reiskosten, inclusief woon-werkverkeer, gestegen naar € 0,23 per kilometer. Deze vergoeding is van toepassing op alle vormen van vervoer en dus ook op kilometers afgelegd met de fiets of bromfiets, bijvoorbeeld. De stijging naar € 0,23 per kilometer is ook van toepassing op een DGA die in dienst is van zijn/haar bedrijf.

4. Uitbreiding van vrijstelling voor openbaar vervoer

Vanaf 2024 gelden er eenvoudigere regels voor belastingvrije openbaar-vervoerabonnementen. Vanaf dit jaar maakt het niet langer uit of een dergelijk abonnement door de werkgever wordt aangeschaft en ter beschikking wordt gesteld (werkgever behoudt eigendom) of geleverd wordt (werknemer verkrijgt eigendom) aan de werknemer, of dat het door de werknemer wordt aangeschaft en vervolgens wordt vergoed. De enige voorwaarde is dat het ook wordt gebruikt voor zakelijke doeleinden, zoals woon-werkverkeer. In dat geval geldt een specifieke vrijstelling voor een openbaar-vervoerabonnement dat ter beschikking is gesteld, geleverd of vergoed. De gewijzigde regels gelden ook voor het ter beschikking stellen, leveren of vergoeden van een voordeelurenkaart.

5. Invoering van het wettelijk minimumloon per uur

Vanaf 1 januari 2024 geldt er een wettelijk minimumloon per uur, dat € 13,27 bedraagt voor werknemers van 21 jaar en ouder. Dit betekent dat de salarisschalen in veel collectieve arbeidsovereenkomsten aangepast en herberekend moeten worden, aangezien er niet langer vaste maand-, week- of dagbedragen zijn.

Let op: Het wettelijk minimumloon per uur dat van toepassing is, gezien de leeftijd van de werknemer, moet vermeld worden op de loonstrook, samen met de periode waarop de loonstrook betrekking heeft.

6. Verhoging van de onbelaste vrijwilligersvergoeding naar € 2.100 in 2024

U kunt vrijwilligers die vrijwilligerswerk verrichten binnen uw organisatie een vergoeding toekennen die niet belast wordt door de Belastingdienst. Op 1 januari 2024 is het maximumbedrag van de onbelaste vrijwilligersvergoeding verhoogd naar € 2.100 per jaar en € 210 per maand. 

De vrijwilligersvergoeding mag de maximumbedragen niet overschrijden en de vrijwilliger mag het betreffende werk niet uitvoeren als onderdeel van zijn/haar beroep. De Belastingdienst gaat ervan uit dat het werk niet op professionele basis wordt uitgevoerd als het maximumuurloon in 2024 € 5,50 bedraagt. Voor vrijwilligers onder de 21 jaar is dit maximumuurloon in 2024 € 3,25.

7. Wijzigingen in de 30%-regeling

De 30%-regeling is een fiscale faciliteit waarmee, onder strikte voorwaarden, tot 30% van het salaris belastingvrij aan werknemers die vanuit het buitenland worden geworven betaald kan worden. Deze regeling is met ingang van 2024 beperkt. In 2024 kan de 30%-regeling bijvoorbeeld alleen worden toegepast op een salaris dat niet hoger is dan € 233.000. Dit maximumbedrag geldt niet in 2024 als u de 30%-regeling voor de betreffende werknemer al toepaste in de laatste loonperiode van 2022.

De 30%-regeling wordt ook afgebouwd met ingang van 2024. Voor de eerste 20 maanden kunt u 30% van het salaris belastingvrij als onkostenvergoeding betalen. Dit wordt vervolgens verlaagd naar 20% voor de volgende 20 maanden en naar 10% voor de 20 maanden daarna. Dit geldt niet in 2024 als u de 30%-regeling voor de betreffende werknemer al toepaste in de laatste loonperiode van 2023.

De toepassing van de 30%-regeling is onderworpen aan een aantal voorwaarden. Een daarvan is dat de werknemer over specifieke expertise beschikt die schaars of helemaal niet beschikbaar is op de Nederlandse arbeidsmarkt. Een werknemer wordt geacht aan deze vereiste voor specifieke expertise te voldoen als zijn/haar salaris boven een vastgestelde salarisnorm ligt. In 2023 moest het salaris van de werknemer ten minste € 41.954 bedragen, maar dit stijgt naar € 46.107 vanaf 2024. Er geldt geen salarisnorm voor werknemers die werkzaam zijn bij een onderzoeksinstituut in wetenschappelijk onderzoek of onderwijs, of voor werknemers die arts in opleiding tot specialist (AIOSs) zijn. In het geval van inkomende werknemers jonger dan 30 jaar en met een afgeronde masteropleiding gold in 2023 een salarisnorm van € 31.891. Dit stijgt naar € 35.048 in 2024.

8. Verplichte rapportage over zakelijke reizen en woon-werkverkeer van werknemers

Vanaf 1 juli 2024 moeten werkgevers met 100 of meer werknemers rapporteren over de zakelijke reizen en woon-werkverplaatsingen van hun werknemers. De betreffende werkgevers moeten onder andere het totale aantal kilometers dat hun werknemers hebben gereisd voor zakelijke en woon-werkdoeleinden, maar ook het jaarlijkse totaal aantal kilometers afgelegd, opgeven, opgesplitst naar vervoerswijze en brandstoftype. De gegevens voor 2024 moeten uiterlijk op 30 juni 2025 worden ingediend.

9. Verhoging van de thuiswerkvergoeding en andere standaardbedragen

In 2024 kunt u, onder bepaalde voorwaarden, uw werknemers een onbelaste vergoeding van € 2,35 per dag (2023: € 2,15) betalen voor de bijkomende kosten van het thuiswerken. Het standaardbedrag voor de waarde van maaltijden in bedrijfskantines (of vergelijkbare ruimtes) of bij personeelsfeesten op de werkplek stijgt ook in 2024. In 2023 bedroeg dit € 3,55 per maaltijd en in 2024 is dit € 3,90 per maaltijd.

10. Verhoging van het loon waarover premies verschuldigd zijn

In 2024 stijgt het maximumloon waarover premies verschuldigd zijn naar € 71.628, ten opzichte van € 66.956 in 2023. Voor werknemers met een loon dat hoger is dan € 66.956 kan een werkgever dus hogere bijdragen verschuldigd zijn, ook al zijn de bijdragepercentages voor bepaalde werknemersverzekeringen gedaald ten opzichte van 2023. De verschuldigde bijdrage op grond van de Zorgverzekeringswet (Zvw) kan ook stijgen voor werknemers en DGA's met een loon dat hoger is dan € 66.956. Het maximale bedrag aan zorgverzekeringsbijdrage dat werknemers in 2024 moeten betalen bedraagt € 4.706 (een stijging van € 233 ten opzichte van 2023). In het geval van DGA's bedraagt het maximale niveau van deze bijdrage in 2024 € 3.811 (een stijging van € 175 ten opzichte van 2023).