22 september 2023 — 7 minuten

10 amazing proposals from Prince's Day 2023 that you can't miss!

1. De eerste stap om het bedrijfsoverdrachtsregeling (BOR) aan te scherpen

Prinsjesdag

Het doel van de bedrijfsoverdrachtsregeling (BOR) en de faciliteit voor overgang van ondernemingsvermogen (DSR) is om zoveel mogelijk de obstakels weg te nemen die worden veroorzaakt door de normale (hoge) belastingtarieven die van toepassing zijn op bedrijfsoverdrachten. Op deze manier kunt u de fakkel doorgeven aan de volgende generatie met een fiscale prikkel. De BOR speelt dan ook een belangrijke rol bij de overdracht van familiebedrijven. Er is veel aandacht besteed aan de BOR en de redenatie erachter, met als resultaat de aankondiging dat de regeling wordt aangescherpt.

Vanaf 1 januari 2024 worden verhuurde panden niet langer geclassificeerd als bedrijfsvermogen, maar vallen ze onder beleggingsvermogen. Het wordt dan niet langer mogelijk om dergelijke panden onder de BOR te schenken.

Let op! Bovenstaande wijziging heeft ook invloed op het niveau van het bedrijfsvermogen bij het gebruik van de overgangsfaciliteit op het gebied van inkomstenbelasting. Dit betekent dat de schenker het overeenkomstige deel van de box 2-belastingschuld die van toepassing is op de aandelen niet langer kan overdragen.

Let op! Er zijn verdere maatregelen aangekondigd om de regels aan te scherpen voor 2025 en 2026, zoals het afschaffen van de efficiëntiemarge waardoor 5% van het bedrijfsvermogen uit beleggingen mag bestaan.

Tip! Overweegt u om uw bedrijf te schenken en de BOR toe te passen? Dan kan het verstandig zijn om dit proces te versnellen.

2. Twee schijven in box 2

Vanaf 1 januari 2024 wordt het uniforme tarief van 26,9% in box 2 vervangen door twee tarieven. Dividenduitkeringen tot €67.000 vallen onder een tarief van 24,5%. Voor het meerdere geldt een tarief van 31%. Belastingpartners profiteren tweemaal van de lage schijf, wat betekent dat een dividenduitkering van €134.000 wordt belast tegen het lage tarief van 24,5%.  

Met deze maatregel wil de overheid houders van aanzienlijke aandelenbelangen stimuleren om winsten vaker (jaarlijks) uit te keren in plaats van ze in de onderneming te laten staan.

Let op! Dividenduitkeringen hebben ook invloed op de algemene heffingskorting, vermogen in box 3 en bovenmatige leningen. Raadpleeg uw adviseur of het voordelig is om nu dividend uit te keren, of dat het beter is om te wachten tot 2024 of een hoger bedrag in één keer uit te keren.

Tip! Heeft uw partner geen inkomen? In dat geval kunt u een dividenduitkering doen om gebruik te maken van de algemene heffingskorting.

3. Verlaging van de MKB-winstvrijstelling

De MKB-winstvrijstelling is een aftrekpost van uw belastbare winst voor de inkomstenbelasting. Vanaf 1 januari 2024 wordt het percentage van deze vrijstelling voor ondernemers verlaagd van 14% (2023) naar 12,7%. Dit betekent dat ondernemers die onderworpen zijn aan inkomstenbelasting, zoals eenmanszaken, maatschappen en zelfstandigen, vanaf 2024 meer belasting zullen betalen. Degenen met de hoogste winsten zullen de grootste verliezers zijn door deze verandering.

Tip! Vraag uw belastingadviseur of het nog steeds de beste optie is om uw bedrijf onderworpen te laten zijn aan inkomstenbelasting.

Tip! Denk na of u bepaalde kosten kunt uitstellen tot 2024, zodat uw winst lager is en u minder belasting daarover betaalt.

4. Diverse wijzigingen in box 3

Op dit moment is het doel om vanaf 2027 daadwerkelijke rendementen te belasten in box 3. Tot die tijd wordt uitgegaan van fictieve rendementen. Er zijn drie categorieën: bank- en spaartegoeden, beleggingen en schulden. 

Er is wettelijk bepaald dat vanaf 2024 aandelen in Verenigingen van Eigenaren (VvE's) worden geclassificeerd als bank- en spaartegoeden. Heeft u een appartement? Dan kan dit betekenen dat u minder belasting betaalt in box 3. Deze 'herclassificatie' geldt ook voor tegoeden op derdengeldenrekeningen van notarissen. 

De vrijstelling in box 3 wordt niet aangepast voor inflatie. Daarnaast stijgt het tarief in box 3 van 32% (2023) naar 34% in 2024. 

Tip! Op 18 september 2023 heeft de Advocaat-Generaal geconcludeerd dat de Wet rechtsherstel box 3 ook in strijd is met het discriminatieverbod en het recht op eigendom. Als de Hoge Raad dit advies volgt, kan dit gevolgen hebben voor uw box 3-inkomen. Zorg er daarom voor dat u tijdig bezwaar maakt om uw rechten te waarborgen.

Let op! In 2024 vallen vorderingen en schulden tussen fiscale partners en tussen ouders en minderjarige kinderen niet onder een categorie, omdat ze niet langer belastbaar zijn. Het is daarom mogelijk om ze volledig weg te laten uit uw belastingaangifte.

5. Diverse wijzigingen in box 1

De belasting op inkomen uit werk en woning wordt op verschillende gebieden verhoogd:

  • De inkomstenbelasting in box 1 is verdeeld in twee schijven. Vanaf 2024 wordt de tweede schijf onder inflatie geïndexeerd. De indexatie bedraagt 3,55% in plaats van 9,9%. Voor pensioengerechtigden bestaat de inkomstenbelasting op pensioeninkomsten uit drie schijven. Ook hier worden de tweede en derde schijf geïndexeerd met 3,55% in plaats van 9,9%.
  • Het tarief dat geldt in de eerste belastingschijf stijgt met 0,04 procentpunt van 36,93% (2023) naar 36,97% (2024).
  • De arbeidskorting stijgt met €115 voor inkomens rond het wettelijk minimumloon. Dit komt ten goede aan werknemers met salarissen tot bijna €40.000.

6. Beperking van de energie-investeringsaftrek (EIA)

Investeert uw bedrijf in energiebesparende activa? Dan is het mogelijk om een bepaald percentage van het investeringsbedrag direct van uw winst af te trekken via de energie-investeringsaftrek (EIA). Doordat uw winst lager wordt, betaalt u als ondernemer minder belasting. Het tarief voor 2023 is 45,5%. Dit wordt verlaagd naar 40% in 2024. Er worden ook wijzigingen doorgevoerd in de Energielijst van energiebesparende investeringen die in aanmerking komen voor de EIA. De exacte details worden bepaald in het vierde kwartaal van 2023.

Tip! Overweegt u een investering in energiebesparende activa? Dan kan het lonen om dit in 2023 te doen. Zorg ervoor dat u uw investering tijdig meldt bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

7. Minder onbelaste vergoedingen voor personeel

Met behulp van de werkkostenregeling kunt u als werkgever allerlei vergoedingen en voordelen in natura aan uw werknemers geven zonder dat hierover belasting betaald hoeft te worden. Het vaste budget onder de werkkostenregeling werd eenmalig in 2023 uitgebreid tot 3% van de loonsom, tot een loonsom van €400.000. In 2024 wordt dit beperkt tot 1,92% van de loonsom tot €400.000 en 1,18% op het meerdere bedrag.

Let op! De belasting- en premievrije kilometervergoeding van €0,21 per kilometer wordt vanaf 1 januari 2024 verhoogd naar €0,23 per kilometer.

8. Aankoop van auto/bus wordt duurder

In 2025 wordt het duurder om een nieuwe auto te kopen. Het forfaitaire deel van de Belasting van personenauto's en motorrijwielen (BPM) wordt verhoogd met €200. BPM is een belasting die betaald moet worden bij de aankoop van een nieuwe auto of motorfiets. Een vrijstelling van BPM blijft gelden voor elektrische auto's volgend jaar. In 2025 wordt deze vrijstelling afgeschaft, wat betekent dat de aanschafprijs van elektrische auto's hoger zal zijn in 2025 dan in 2024.

De BPM-vrijstelling voor bestelwagens geldt vanaf 1 januari 2025 ook niet meer. 

Tip! Wilt u als ondernemer die btw-plichtig is gebruikmaken van de BPM-vrijstelling bij de aanschaf van een bestelwagen? Plaats dan tijdig uw bestelling, zodat u kunt profiteren van de vrijstelling in 2024!

Tip! Het bedrag aan BPM dat verschuldigd is voor bestelwagens is afhankelijk van de CO2-uitstoot van het voertuig. Als u na 1 januari 2025 uw bestelwagens vervangt, is het dus fiscaal voordelig om ze te vervangen door emissievrije varianten.

9. Invoering van het minimumloon per uur

Nederland heeft een wettelijk minimumloon. Dit wordt momenteel uitgedrukt in een maandelijks minimumloon. Vanaf 2024 wordt dit omgezet naar een minimumloon per uur. Iedereen van 21 jaar of ouder die werkt voor het minimumloon zal dus hetzelfde uurloon ontvangen. Een maand-, week- of dagloon zal dan niet meer worden toegestaan.

Let op! Het minimummaandloon wordt omgerekend naar een uurloon op basis van een 36-urige werkweek. Dit betekent dat werkgevers te maken krijgen met extra loonkosten als ze werknemers in dienst hebben die voor meer dan 36 uur per week werken voor een minimumuurloon.

10. Meer rapportageverplichtingen

Vanaf 1 januari 2024 worden een aantal nieuwe rapportageverplichtingen ingevoerd. Werkgevers met meer dan 100 werknemers moeten bijvoorbeeld een overzicht bijhouden van de CO2-uitstoot van hun personeel. Daarnaast zijn betalingsdienstaanbieders onder bepaalde voorwaarden verplicht om alle betaalgegevens met betrekking tot grensoverschrijdende transacties te delen met de Belastingdienst, met als doel BTW-fraude tegen te gaan. Tot slot zullen digitale platforms voor het eerst moeten rapporteren over hun verkopers. 

Recente items

Blijf op de hoogte

Wil je altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws omtrent financiën en accountancy?
Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief en mis niets.

Aanmelden nieuwsbrief

Wilt u onze nieuwsbrief niet meer ontvangen? dan kunt u zich hier uitschrijven.