TVL voortgezet in derde kwartaal 2021
De Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) wordt inhoudelijk ongewijzigd voortgezet in het derde kwartaal van 2021. Dit betekent dat bedrijven met een omzetverlies van minstens 30% een vergoeding krijgen van maximaal 100% van de vaste lasten.
Ook is besloten de maximale subsidie voor grote bedrijven - meer dan 250 werknemers - voor het tweede kwartaal van 2021 te verhogen tot € 1.200.000 in plaats van € 600.000. In het eerste en derde kwartaal van 2021 geldt voor deze bedrijven een maximum van € 600.000.
Tip! De aanvraagperiode voor de TVL over het eerste kwartaal is gesloten, maar grote ondernemingen kunnen deze nog wel aanvragen tot 10 juni 2021, 17.00 uur.
Het percentage vaste lasten van een onderneming blijft afhankelijk van de sector en wordt bepaald op basis van cijfers van het CBS. Hierdoor kan per saldo meer of minder dan 100% van de vaste lasten aan subsidie worden verkregen.
De TVL kent een vereiste dat een ondernemer minimaal € 1.500 aan vaste lasten in een kwartaal moet hebben. De vaste lasten worden vastgesteld aan de hand van de omzet en van het branchegemiddelde.
Let op! De TVL wordt aangevraagd op basis van inschattingen. Later moet een definitieve aanvraag worden ingediend. Voor de TVL vanaf het eerste kwartaal van 2021 is daarbij een accountantsverklaring noodzakelijk indien het voorschot meer is dan € 100.000 of indien de definitieve subsidie meer is dan € 125.000.
Referentieperiode naar keuze
De referentieperiode voor de TVL voor het tweede kwartaal van dit jaar, van april t/m juni 2021 dus, kent een verruiming. Ondernemers mogen zelf kiezen of ze de omzet over het tweede kwartaal van 2021 vergelijken met het tweede kwartaal van 2019 of met het derde kwartaal van 2020. In het derde kwartaal van 2021 blijft het ook mogelijk om als referentiekwartaal het derde kwartaal van 2020 in plaats van het derde kwartaal van 2019 te kiezen. De keuze kan een belangrijk verschil maken, omdat ondernemers alleen in aanmerking komen voor de TVL bij een omzetverlies van minstens 30%. Ondernemers bij wie het omzetverlies in 2019 te gering was, kunnen hiermee dus geholpen zijn.
Starters
Startende ondernemers voldoen meestal niet aan de voorwaarden voor de 'gewone' TVL voor het eerste kwartaal van 2021. Daarom krijgen zij voor deze periode hulp via de Startersregeling, een aparte TVL-subsidieregeling voor startende ondernemers. De Startersregeling is er voor ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf en geldt ook voor zzp'ers met een afgescheiden werkruimte op hun woonadres. De hoogte van de subsidie wordt, net zoals bij de gewone TVL, gebaseerd op het omzetverlies en het percentage vaste lasten dat bij de SBI-code van de hoofdactiviteit hoort. De Startersregeling opent naar verwachting in mei. De regeling is toegankelijk voor ondernemers die zich in de periode 1 oktober 2019 tot en met 30 juni 2020 nieuw ingeschreven hebben in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Door een verruiming van de referentieperiode is een aparte regeling voor starters voor de periode vanaf het tweede kwartaal van 2021 niet nodig.
Brancheopslagen
De extra opslag voor bedrijven in de detailhandel en voor de reisbranche is in de TVL voor het tweede kwartaal van 2021 komen te vervallen. Deze opslag komt ook in het derde kwartaal van 2021 niet terug. De opslag voor de land- en tuinbouwsector van 21% is in het tweede kwartaal wel gehandhaafd. Dit geldt ook voor het derde kwartaal.
Tip! De TVL Q2 2021 opent naar verwachting in de tweede helft van juni. Daarvoor is dan wel DigiD nodig of e-Herkenning met minimaal beveiligingsniveau 3. De TVL wordt uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
Soepele terugbetaling TVL
Net zoals voor de NOW heeft het kabinet nogmaals benadrukt dat voor eventuele terugbetalingen van TVL-subsidies een soepel beleid wordt gehanteerd. Zo kan er eenvoudig een betalingsregeling worden aangevraagd, wordt er geen rente berekend en worden bedragen tot € 500 niet ingevorderd.