Voor de erfbelasting is de waarde van de woning de WOZ-waarde voor het kalenderjaar waarin de verkrijging plaatsvindt óf het op dat kalenderjaar volgende kalenderjaar. De laagste waarde mag als uitgangspunt worden genomen. Een beschikking van het jaar na verkrijging, oftewel overlijden, is in tijden van dalende WOZ-waarden gunstiger. Met stijgende huizenprijzen is de beschikking van het jaar van verkrijging gunstiger.
Tip! Blijkt na het doen van de aangifte erfbelasting dat een ander jaar dan het gekozen jaar gunstiger is? Dan is het nuttig een verzoek ‘om ambtshalve vermindering’ van de aanslag te doen. Een dergelijk verzoek is niet aan een termijn gebonden en kan dus ook worden gedaan wanneer de bezwaartermijn is verstreken.
Het verzoek om een WOZ-beschikking is niet aan een termijn gebonden. Je moet het bezwaarschrift tegen een nieuwe WOZ-beschikking binnen de gebruikelijke termijn van zes weken indienen.
In het geval van de erfbelasting is het goed na te gaan of een lagere WOZ-waarde loont bij een eventueel geldende vrijstelling erfbelasting. Blijft de waarde van de erfenis onder deze vrijstelling? Dan zal een bezwaar tegen de WOZ-waarde voor de erfbelasting geen verschil maken.
Omdat de WOZ-waarde als grondslag wordt gebruikt in diverse belastingen, kan een lagere WOZ-waarde lonen. Soms is een hogere WOZ-waarde prettiger, bijvoorbeeld wanneer je de woning wilt verkopen of een gesprek wilt aangaan met de bank over eventuele hypotheekvoorwaarden.
Let op! De Hoge Raad heeft eerder geoordeeld dat wanneer gemeenten op verzoek van een belanghebbende een WOZ-beschikking nemen, zij niet gebonden zijn aan de waarde in de eerdere beschikking. Dat betekent dat de nieuwe beschikking niet alleen op een lagere, maar ook op een hogere waarde kan worden vastgesteld.