Werknemers die de beschikking hebben over meerdere auto’s, moeten in beginsel voor iedere auto de bekende bijtelling toepassen.
Er zijn echter uitzonderingen, bijvoorbeeld wanneer het gaat om een alleenstaande werknemer of wanneer men in het gezin van de werknemer maar over één rijbewijs beschikt. Staan meerdere auto’s ter beschikking en hoeft niet voor iedere auto de bijtelling te worden toegepast, dan moet men nu uitgaan van de auto of auto’s met de hoogste cataloguswaarde. Vanaf 2022 wordt dit dus anders.
Vanaf 2022 dient men uit te gaan van de auto of auto’s met de hoogste bijtelling. Dat hoeft dus niet een auto te zijn met de hoogste cataloguswaarde. Bijvoorbeeld wanneer een auto elektrisch is en de andere niet.
Stel dat een werknemer de beschikking heeft over twee auto’s, een elektrische met een cataloguswaarde van € 50.000 en een niet-elektrische met een cataloguswaarde van € 40.000. Als de auto’s dit jaar voor het eerst op kenteken zijn gezet, bedraagt de bijtelling voor de elektrische auto € 40.000 x 12% + € 10.000 x 22% = € 4.800 + € 2.200 = € 7.000. Voor de niet-elektrische auto bedraagt de bijtelling € 40.000 x 22% = € 8.800. Dit jaar moet men dus nog uitgaan van € 7.000. De elektrische auto heeft immers de hoogste cataloguswaarde. Vanaf volgend jaar wordt de bijtelling € 8.800, de hoogste bijtelling van de twee.
Heb je vragen over de bijtelling wanneer meerdere auto’s ter beschikking staan, neem dan contact met ons op.