Wanneer jij een fiets ter beschikking stelt aan een medewerker voor privégebruik, is het noodzakelijk om een bijtelling te hanteren. Als de werknemer de fiets ook gebruikt voor woon-werkverkeer, wordt deze geacht voor privégebruik beschikbaar te zijn. Per kalenderjaar geldt een bijtelling van 7% van de consumentenadviesprijs van de fiets bij privégebruik.
Over deze bijtelling dien je loonbelasting, premies voor volksverzekeringen en werkgeversheffing Zvw te betalen of in te houden. Houd hier rekening mee in je boekhouding.
Tip! Je kunt er ook voor kiezen om de bijtelling aan te rekenen in de vrije ruimte, op voorwaarde dat je aan de gebruikelijkheidstoets voldoet. Mocht blijken dat je de vrije ruimte overschrijdt, dan ben je als werkgever 80% eindheffing verschuldigd over de overschrijding. Wees hier alert op bij je keuze.
De bijtellingsregels kunnen in bepaalde situaties onaangename gevolgen hebben. Bijvoorbeeld bij de inzet van deel- en hubfietsen voor een gedeelte van het woon-werkverkeer. Daarom komt er een regeling voor fietsen die niet of slechts incidenteel (maximaal 10% van de tijd) bij het woon- of verblijfadres van de werknemer worden gestald. Voor deze fietsen hoeft er geen bijtelling te worden toegepast. Dit is van toepassing op alle fietsen die niet meer dan 10% van de tijd bij het huis van de gebruiker staan.
Let op! Als de werknemer de fiets niet onder controle heeft wanneer deze bij zijn woon- of verblijfadres is, is er in ieder geval geen sprake van het stallen van de fiets. Dit kan het geval zijn als een deelfiets via een app is ingeleverd.
Deze regeling gaat in op 1 januari 2026, maar is retroactief van toepassing vanaf 1 januari 2020. Als jij onterecht bijtelling hebt toegepast sinds die datum, kun je vanaf 1 januari 2026 de betaalde belasting terugvorderen. Je moet echter kunnen aantonen dat de fiets voor minder dan 10% van de tijd thuis is gestald en dat deze enkel voor (een deel van) het woon-werkverkeer is gebruikt, zonder privégebruik.
De nieuwe regels zijn niet alleen van invloed op werknemers, maar ook op ondernemers die een fiets van de zaak gebruiken.
De bovenstaande informatie is nog niet definitief. Het is opgenomen in het Belastingplan 2026, wat nog goedgekeurd moet worden door de nieuwe Tweede Kamer na de verkiezingen. Vervolgens moet de Eerste Kamer ook nog instemmen.