Het tarief voor de vennootschapsbelasting gaat volgend jaar omlaag voor winsten tot € 200.000 van 19% naar 16,5%. Over het meerdere betaalt je bv dit én volgend jaar nog 25%. In 2021 dalen de tarieven verder naar 15% respectievelijk 21,7%.
Ook in de inkomstenbelasting dalen in het algemeen de komende jaren de tarieven in box 1. Onder meer het toptarief daalt van 51,75% naar 49,5%.
Vanwege deze lagere tarieven is het meestal aantrekkelijk om je huidige winst zo laag mogelijk te houden. Dit zal er meestal toe leiden dat je toekomstige winst wat hoger ligt, maar door het verschil in tarief pakt dit per saldo vaak voordelig uit.
Voorbeeld: stel dat je dit jaar de winst van je bv met € 20.000 kunt drukken en dat hierdoor de winst volgend jaar juist € 20.000 hoger uitvalt. Als je winst onder de € 200.000 ligt, scheelt dit 2,5%-punt aan Vpb. De bv betaalt daardoor € 500 minder Vpb.
Een van de manieren om de winst te verlagen, is het opvoeren van reserves, zoals de herinvesteringsreserve, de kostenegalisatiereserve en voor ondernemers in de inkomstenbelasting de oudedagsreserve.
Je kunt ook kosten naar voren halen en bijvoorbeeld een dure reparatie al in december laten uitvoeren in plaats van in januari. Het verplaatsen van opbrengsten van december naar januari heeft hetzelfde effect.
Ook het naar voren halen van investeringen verkleint de winst, zeker als je hierop investeringsaftrek krijgt. Neem je het bedrijfsmiddel nog niet in gebruik, dan krijg je de investeringsaftrek tot het bedrag dat je hebt betaald. Zo kun je de investeringsaftrek nog dit jaar (deels) realiseren. Kun je willekeurig afschrijven, dan kun je beter dit jaar extra afschrijven en vanaf volgend jaar minder.
Wat is er in jouw geval nog mogelijk? Wij kijken graag met je mee.