Je kunt farmaceutische hulpmiddelen aftrekken als ze op voorschrift van een arts zijn verstrekt. Daarnaast kunnen ook andere hulpmiddelen aftrekbaar zijn, op voorwaarde dat ze voldoen aan bepaalde criteria.
Die andere hulpmiddelen zijn alleen aftrekbaar als ze hoofdzakelijk door zieken en invaliden worden gebruikt. Hoofdzakelijk betekent hier minstens 70%. Het gebruik van het hulpmiddel door een gezond persoon is redelijkerwijs uitgesloten om aan dit criterium te voldoen. Als gezonde mensen het hulpmiddel doorgaans ook gebruiken, voldoet het niet aan het criterium.
Bij hulpmiddelen die zowel door zieke en invalide personen als door gezonde personen worden gebruikt, moet jij als belastingbetaler aannemelijk maken dat het aantal gezonde personen dat het hulpmiddel gebruikt minder dan 30% bedraagt. De rechtspraak laat zien dat belangrijke factoren hiervoor zijn waarvoor het hulpmiddel ontworpen is, waar het te koop is en wat artsen erover verklaren.
Een prothese wordt bijvoorbeeld niet gebruikt door een gezond persoon en kan daarom worden aangemerkt als hulpmiddel. Een hartslagmeter wordt daarentegen gebruikt door zowel zieke als gezonde personen. Het is niet aannemelijk dat het aantal gezonde personen minder dan 30% bedraagt, dus kwalificeert het niet als hulpmiddel.
Er zijn ook hulpmiddelen waarbij het niet direct duidelijk is en waarbij aannemelijk gemaakt moet worden dat het aantal gezonde personen dat het betreffende hulpmiddel gebruikt minder dan 30% bedraagt. Denk bijvoorbeeld aan een verhoogde driewieler. Deze wordt gebruikt door mensen met een handicap, maar ook door gezonde personen die bang zijn om met een normale fiets te vallen. Het is dus onder andere belangrijk om te kijken waarvoor het hulpmiddel ontworpen is, waar het te koop is en wat artsen erover zeggen.