Afstandsverkopen zijn verkopen aan particulieren - en ondernemers die geen btw-aangifte doen - die gevestigd zijn in andere lidstaten van de EU. De wijziging vereist de nodige voorbereidingen van ondernemers die zich met afstandsverkopen bezighouden.
Op dit moment mag bij levering van goederen aan particulieren en ondernemers die geen btw-aangifte doen binnen de EU Nederlandse btw in rekening worden gebracht als de verkopen onder het drempelbedrag van het land blijven waar de consument woont. Boven het drempelbedrag moet de ondernemer zich in het betreffende land voor de btw registeren, het daar geldende btw-tarief berekenen en daar ook btw-aangifte doen. Indien in enig jaar de drempel wordt overschreden, geldt het daaropvolgende jaar automatisch vanaf de start de buitenlandse btw, net zolang totdat in enig jaar het drempelbedrag niet meer wordt overschreden.
Het drempelbedrag verschilt per land en wordt ook per land toegepast. De ondernemer mag ook kiezen zich in het betreffende land voor de btw te registeren, het daar geldende btw-tarief te berekenen en daar ook btw-aangifte te doen als hij onder het drempelbedrag van het betreffende land blijft.
Vanaf 1 juli 2021 geldt één uniform drempelbedrag van € 10.000 voor alle levering van goederen en diensten gezamenlijk aan particulieren en ondernemers die geen btw-aangifte doen in de EU buiten Nederland. Dit drempelbedrag geldt voor alle prestaties, dus voor leveringen én digitale diensten. Blijft de ondernemer onder het drempelbedrag, dan berekent hij het Nederlandse btw-tarief en doet hij in Nederland btw-aangifte. Het transport moet dan wel in Nederland beginnen. Als de drempel in enig jaar wordt overschreden, berekent de ondernemer vanaf dat moment buitenlandse btw. Het volgende jaar mag de drempel van € 10.000 dan niet worden gebruikt.
Let op! Het nieuwe drempelbedrag van € 10.000 geldt niet per lidstaat maar voor alle lidstaten tezamen. Een ondernemer zal vanaf 1 juli waarschijnlijk veel sneller het drempelbedrag bereiken dan voorheen. De regeling gaat halverwege het jaar in en daarom gelden tot en met 30 juni 2021 nog de oude drempelbedragen per EU-land. Vanaf 1 juli geldt de grens van € 10.000 voor alle leveringen en digitale diensten aan particulieren en rechtspersonen zonder btw-identificatienummer in de periode 1 juli tot en met 31 december 2021.
Het is ondernemers vanaf 1 juli nog steeds toegestaan om geen gebruik te maken van het drempelbedrag en vanaf de eerste euro buitenlandse btw te berekenen en in het buitenland btw-aangifte te doen van afstandsverkopen. Dit kan voordelig zijn als het btw-tarief op de prestaties lager ligt dan in Nederland en met de klant een prijs inclusief btw is afgesproken. Ook kan via de buitenlandse btw-aangifte de buitenlandse voorbelasting van dat land worden teruggevraagd. Uiteraard brengt het wel extra administratieve lasten met zich mee.
Komen de afstandsverkopen boven het drempelbedrag uit, dan berekent de ondernemer de btw van het land waar de consument woont. De ondernemer moet in principe de btw daar ook afdragen en daar btw-aangifte doen. Hij kan vanaf 1 juli echter ook kiezen voor het eenvoudigere ‘éénloketsysteem’.
In dit éénloketsysteem kan de ondernemer de in andere EU-landen verschuldigde btw aangeven en afdragen bij de Nederlandse Belastingdienst. Hij moet zijn bedrijf dan aanmelden voor de ‘Unieregeling' binnen het nieuwe éénloketsysteem van de Belastingdienst. Zij zorgen dan dat de verschuldigde btw aan de diverse EU-landen wordt doorbetaald. Aanmelding kan vanaf 1 april via Mijn Belastingdienst Zakelijk.
Via het éénloketsysteem kan geen voorbelasting worden teruggevraagd. Als er buitenlandse btw in rekening is gebracht, moet die worden teruggevraagd via een teruggaafverzoek buitenlandse btw. Het rechtstreeks terugvragen van buitenlandse btw kan wel als ervoor wordt gekozen in het buitenland btw-aangifte te doen.
Andere wijzigingen per 1 juli zijn onder meer het vervallen van de btw-vrijstelling tot € 22 die nu geldt bij invoer van goederen buiten de EU. Een ondernemer kan onder voorwaarden vanaf 1 juli wel gebruikmaken van de invoerregeling binnen het éénloketsysteem voor ingevoerde zendingen van maximaal €150. Hij betaalt dan geen btw bij invoer, maar 1 keer per maand via het éénloketsysteem.
Platformen die zich bezighouden met faciliteren van verkopen aan particulieren, zoals Amazon, zijn vanaf 1 juli onder meer sneller verantwoordelijk voor de btw-afdracht van de verkoop aan particulieren van ingevoerde goederen. Het platform moet dan wel een actieve rol spelen, zoals het faciliteren van betalingen.
Leveranciers van digitale diensten kunnen nu voor consumenten binnen de EU al gebruikmaken van een éénloketsysteem, het zogenaamde MOSS-systeem. Door de nieuwe regeling wordt dit systeem getransformeerd tot OSS en kan dit dus gebruikt worden voor digitale diensten én afstandsverkopen.