Bij ontslag heeft een werknemer in de meeste gevallen recht op een transitievergoeding. Deze vergoeding is te zien als tegemoetkoming voor de periode waarin de werknemer als gevolg van het ontslag minder inkomen heeft. In bepaalde gevallen bestaat er geen recht op een transitievergoeding, bijvoorbeeld als een werknemer ontslagen wordt vanwege ernstig verwijtbaar handelen, zoals het plegen van fraude of diefstal.
Het maximum wordt ieder jaar opnieuw vastgesteld. Voor 2023 is dit € 89.000. Bedraagt een jaarsalaris meer dan € 89.000, dan geldt dit hogere jaarsalaris als maximum.
De hoogte van de transitievergoeding die bij ontslag betaald wordt, is afhankelijk van twee factoren. Dit zijn de omvang van het maandsalaris en de duur van het dienstverband.
Let op! Een werknemer heeft tegenwoordig vanaf de eerste dag van het dienstverband recht op een transitievergoeding, dus ook in de proeftijd.