In de horecasector is niet alleen de horeca-cao relevant. In sommige situaties is de cao voor de contractcateringbranche van toepassing. Dit is onder meer het geval bij maaltijdbezorging op basis van een langdurende overeenkomst.
Doorgaans is in de horeca de cao voor het horeca- en aanverwante bedrijf van toepassing. Dat is in ieder geval zo als de werkgever in hoofdzaak activiteiten in het horecabedrijf verricht en de loonsom uit de deze activiteiten meer dan 50% van de totale loonsom uitmaakt. De horeca-cao bepaalt dat onder andere restaurants, cafés, cafetaria’s en cateringbedrijven onder het begrip horecabedrijf vallen.
Op contractcateringbedrijven is de cao horeca niet van toepassing. Deze ondernemingen vallen onder de werkingssfeer van de cao voor de contractcateringbranche. Van contractcatering is sprake als er restauratieve diensten worden verleend aan personen of bedrijven met wie er een ‘durende’ band bestaat.
Tip! Bij eenmalige opdrachten tot het verlenen van cateringdiensten, zoals het bezorgen van maaltijden, is er geen sprake van contractcatering. Ook niet als dit vaker gebeurt. De bezorging vindt dan namelijk niet plaats op basis van een onderliggende langlopende overeenkomst.
Het belangrijkster verschil tussen beide cao’s is dat er in de cao voor de contractcateringbranche een bepaling is opgenomen over contractwisseling. Deze bepaling houdt in dat bij een wisseling van contractcateraar, de nieuwe contractcateraar verplicht is om de arbeidsovereenkomst van alle werknemers die al werkzaam waren bij de opdrachtgever voort te zetten.
Let op! Bij het voortzetten van de arbeidsovereenkomst gelden dezelfde uitgangspunten als bij een overgang van onderneming. Alle werknemers hebben dus recht op minimaal dezelfde (arbeids)voorwaarden als voor de contractwisseling.
Onlangs beoordeelde de rechter een loonvordering van een werknemer. De werkgever en werknemer verschilden van mening over de toepasselijke cao. De werkgever vond dat niet de horeca-cao, maar de cao voor de contractcateringbranche van toepassing was. De rechter beoordeelde de toepasselijkheid op basis van de feitelijke activiteiten van de werkgever. De werkgever legde zich toe op het verzorgen van de service rond het eten en drinken binnen een paar ondernemingen.
De rechter oordeelde dat vanwege deze activiteiten niet de horeca-cao, maar de cao voor de contractcateringbranche van toepassing was. De werknemer werkte voor haar ziekte bij de opdrachtgever die de contractcatering inmiddels aan een andere onderneming had uitbesteed. Vanwege die wisseling was zij niet langer in dienst van haar oude werkgever, maar van rechtswege in dienst getreden van de nieuwe contractcateraar. De loonvordering werd om die reden afgewezen.