Als u de NOW-regeling aanvraagt (belangrijkste voorwaarde is een omzetverlies van minstens 20%), krijgt u van de overheid maximaal 90% van de loonkosten vergoedt. Daarbij moet worden aangetekend dat er een verschil bestaat tussen loonsom en loonkosten. De loonkosten worden benaderd door de loonsom te verhogen met het forfaitaire percentage voor extra werkgeverslasten van 30%.
Ongeacht de hoogte van de toegekende subsidie wordt achteraf 90% van de verminderde loonsom ingehouden op het te subsidiëren bedrag op het moment dat de loonsom in de periode maart tot en met mei lager ligt dan de loonsom in januari. Voor elke euro minder loonkosten, krijgt de werkgever € 0,90 minder subsidie.
Een werkgever heeft een geschat omzetverlies van 50%. Hij ontvangt dus over 50% van zijn loonsom een subsidie van 90%. Bij een loonsom van € 1.000.000 in januari leidt dat tot een verwachte vaststelling van de subsidie voor de NOW van (0,5 x € 1.000.000 x 3 x 1,3 x 0,9) = € 1.755.000 in totaal. Er wordt een voorschot uitgekeerd ter hoogte van 80%: € 1.404.000.
In de periode maart tot en met mei is de loonsom € 600.000 lager. Dit komt neer op (€ 600.000 x 1,3) = € 780.000 aan loonkosten. Dat heeft, vermenigvuldigd met het subsidiepercentage van 90%, tot een bedrag van (€ 780.000 x 0,9) = € 702.000 aan subsidie geleid. Dit zorgt voor een verlaging van de subsidie met € 702.000. Het uiteindelijke subsidiebedrag is dus (€ 1.755.000 – € 702.000) = € 1.053.000. Dit betekent dat het voorschot te hoog was en er moet worden terugbetaald.