‘Noodzakelijk’ betekent dat de werknemer zonder de voorziening zijn werk niet goed kan uitoefenen. Dat houdt in dat de werknemer de voorziening voor zijn werk nodig heeft en gebruikt. Als hij het werk in theorie ook zonder de voorziening kan uitvoeren, kan de voorziening toch noodzakelijk zijn.
Let op! Een eigen bijdrage van de werknemer betekende tot nog toe dat een voorziening niet als ‘noodzakelijk’ werd aangemerkt. Alleen een eigen bijdrage voor een duurdere uitvoering van een voorziening was toegestaan. Dit standpunt is dus verlaten.
Ook gereedschappen, computers, mobiele communicatiemiddelen, zoals smartphones en dergelijke apparatuur, kun je belastingvrij vergoeden of verstrekken als ze ‘noodzakelijk’ zijn.
Een noodzakelijke voorziening moet bij het einde van de dienstbetrekking, of wanneer deze voor het werk niet meer noodzakelijk is, worden teruggegeven of tegen de werkelijke waarde worden overgenomen. Een niet langer noodzakelijke laptop kan dus desgewenst tegen de dagwaarde worden overgenomen door de werknemer. Voor een internetabonnement betekent het dat dit vanaf dat moment niet meer onbelast vergoed of verstrekt kan worden.
Omdat een dga van een bv veelal zelf kan beslissen of een voorziening noodzakelijk is, geldt voor de aan hem vergoede of verstrekte noodzakelijke voorzieningen een verzwaarde bewijslast.