Vanaf 2027 wil de overheid een nieuw box 3-stelsel invoeren, waarbij het werkelijke rendement als basis wordt gebruikt. Het demissionaire kabinet heeft in oktober 2023 een voorstel ingediend, waarop iedereen kon reageren. Naar aanleiding van de reacties zijn er enkele aanpassingen gedaan.
In het oorspronkelijke voorstel kreeg de eerste woning in box 3 een speciale behandeling met een apart forfait. Dit wordt nu gewijzigd, waardoor de eerste woning, net als andere onroerende zaken, onder de vermogenswinstbelasting valt.
Let op! Voor het eigen gebruik van een onroerende zaak blijft er wel een forfait gelden. Dit bepaalt het voordeel dat je hebt door het eigen gebruik van de onroerende zaak.
Tip! De eigen woning blijft, net als nu, in box 1 vallen.
In het oorspronkelijke voorstel was er sprake van verrekening van verliezen in box 3 met het verleden. Dit is echter niet opgenomen in het aangepaste voorstel, waardoor verliesverrekening alleen mogelijk is met toekomstige jaren. Deze verliesverrekening is wel onbeperkt mogelijk.
In het oorspronkelijke voorstel is vergeten om een zogenaamde step-up op te nemen voor onroerende zaken en aandelen in een familie- of startende onderneming die al in bezit zijn van een belastingplichtige op 1 januari 2027. Hierdoor zouden vermogensmutaties van vóór die datum belast worden vanaf 2027. Om dit te voorkomen, worden in het aangepaste voorstel onroerende zaken en aandelen in een familie- of startende onderneming op 1 januari 2027 gewaardeerd op de waarde in het economische verkeer.
Let op! Voor woningen in box 3 geldt op 1 januari 2027 de WOZ-waarde, niet de waarde in het economische verkeer.
In het aangepaste voorstel wordt de prijs voor het kopen van een genotsrecht niet in één keer aftrekbaar in het jaar van vestiging, maar wordt deze prijs in gedeelten in aftrek gebracht gedurende de jaren waarin het genotsrecht geldig is. Daarnaast worden koerswinsten of -verliezen van banktegoeden in vreemde valuta toch belast, in tegenstelling tot het eerdere voorstel.
Het voorstel voor een nieuw box 3-stelsel is nog niet definitief, zelfs na de genoemde aanpassingen. De definitieve vormgeving van het nieuwe stelsel zal afhangen van de nieuwe Tweede Kamer en het nieuwe kabinet. Om de streefdatum van 1 januari 2027 te halen, moet er uiterlijk in de zomer van 2024 een wetsvoorstel aan de Tweede Kamer worden voorgelegd, aldus de staatssecretaris.
Tegelijkertijd met de aanpassingen heeft de staatssecretaris ook de definitieve forfaitaire rendementspercentages voor banktegoeden en schulden voor 2023 en de definitieve percentages voor overige bezittingen voor 2025 bekendgemaakt. Daarnaast zijn de percentages waarmee in 2024 bij het berekenen van de voorlopige aanslagen voor banktegoeden en schulden wordt gerekend, bekend. Je vindt ze in de onderstaande tabel.
2023 | 2024 | 2025 | |
Banktegoeden | 0,92% | voorlopig 1,03% | nog niet bekend |
Overige bezittingen | 6,17% | 6,04% | 5,88% |
Schulden | 2,46% | voorlopig 2,47% | nog niet bekend |
Let op! De definitieve vaststelling van de forfaitaire rendementspercentages voor banktegoeden en schulden voor 2024 vindt pas begin 2025 plaats.