De Belastingdienst geeft aan dat je normaal gesproken niet meer 'in de regel' naar je werk reist of thuiswerkt als dit langer dan twee maanden wordt onderbroken. Dit wordt beoordeeld per aanleiding, zoals ziekte of verlof, en op kalenderbasis. Een vergoeding kan dan niet langer belastingvrij worden uitbetaald.
Verschillende soorten verlof, zoals geboorteverlof en zorgverlof, worden beschouwd als afzonderlijke aanleidingen. Dit kan anders zijn als de verlofperiodes achter elkaar worden opgenomen. Dit is in ieder geval het geval bij zwangerschapsverlof gevolgd door bevallingsverlof. Dan wordt het totale verlof beschouwd als één aanleiding en kan een belastingvrije kostenvergoeding minder lang worden doorbetaald.
Een fulltime werkneemster gaat zes weken met zwangerschapsverlof en daarna zes weken met bevallingsverlof. Daarna gaat ze tien weken lang twee dagen per week met bevallingsverlof. Het verlof valt binnen hetzelfde jaar. Je reist in totaal zes plus zes weken helemaal niet naar het werk, dus langer dan twee maanden. Een belastingvrije reiskostenvergoeding is dan niet mogelijk. De gespreide opname van het bevallingsverlof over tien weken wordt gezien als nieuwe aanleiding. Een belastingvrije reiskostenvergoeding voor drie dagen per week is dan weer mogelijk.