De aanpassing van de bpm gaat waarschijnlijk in per 1 juli 2021. Het voornemen verontrustte de autobranche, omdat het ook tot een verhoging van de btw op auto’s zou leiden. Volgens de staatssecretaris is dit echter niet het geval.
Door de wijziging wordt wel het huidige voordeel in de bpm bij import van auto’s teruggedraaid. Bij inkoop op de binnenlandse markt betaalt de dealer aan de verkoper een prijs inclusief de nog op de auto drukkende bpm. De ondernemer die echter dezelfde auto uit het buitenland importeert, betaalt pas bpm als het motorrijtuig wordt verkocht aan de klant.
Doordat de auto bij de importeur in voorraad staat, wordt de auto ouder. Dit leidt tot extra leeftijdskorting voor de bpm. Bij de tenaamstelling na import is daardoor minder bpm verschuldigd dan bij een binnenlandse auto. Deze ongelijkheid wordt in het wetsvoorstel rechtgetrokken.
Voor nieuwe en gebruikte auto’s treden door de wijziging geen btw-gevolgen op. Omdat hierover onduidelijkheid was ontstaan bij de autobranche, gaat de staatssecretaris met de branche in overleg om dit op te helderen. De staatssecretaris zegde toe het wetsvoorstel desgewenst te zullen verduidelijken.