De bedrijfsopvolgingsregeling geeft een vrijstelling van 100% over de waarde van een onderneming van € 1.000.000. Boven deze waarde is een vrijstelling van 83% van toepassing. De vrijstelling geldt zowel bij een overlijden als bij een schenking van aandelen.
In de casus bij het hof Amsterdam is sprake van een schenking van aandelen in een vastgoed-bv, waarbij een beroep is gedaan op de BOR. De vastgoed-bv verhuurt naast enkele kantoorunits een hotelgebouw. De bv voert haar werkzaamheden uit in een van haar eigen kantoorunits. 83,9% van de totale waarde van het vastgoed ziet op het hotelgebouw, het restant van 16,1% op het kantoorgebouw. De bv heeft zelf 4,9% van het totaal in gebruik. Naast het vastgoed bezit de bv een aanzienlijk bedrag aan liquide middelen.
De rechtbank heeft in 2018 in deze zaak geoordeeld dat er geen sprake is van het drijven van een onderneming. Gelet op de aard en omvang van de arbeid die wordt verricht met betrekking tot het vastgoed, is volgens het hof wel degelijk sprake van het drijven van een onderneming.
Er is namelijk sprake van een intensieve bemoeienis bij de vastgoedexploitatie. Daarnaast is bij de verhuur van het hotelgebouw sprake van een hoger rendement dan het normrendement (IPD Nederlandse vastgoedindex). Het verhuurde kantoorgebouw valt overigens buiten de onderneming, met uitzondering van de eigen gebruikte unit.
Uiteindelijk werd 88,7% aangemerkt als ondernemingsvermogen. Daarnaast wordt 83,9% van de aanwezige liquide middelen als ondernemingsvermogen aangemerkt. Daarboven mag nog eens 5% van het ondernemingsvermogen als vrijgesteld beleggingsvermogen worden meegeteld. Al met al een interessante uitspraak.
De Belastingdienst is steevast van mening dat bij vastgoedverhuur sprake is van een beleggingsactiviteit. Op grond van deze uitspraak en van rechtspraak van een aantal jaren geleden kan bij verhuur van vastgoed wel degelijk sprake zijn van een onderneming. Het loont dus om dit samen met ons nader uit te zoeken.