Gemeenten zijn verplicht om voor onroerend goed ieder jaar een nieuwe beschikking te nemen over de WOZ-waarde van jouw onroerende zaak. Op basis van de WOZ-waarde bepaalt de gemeente onder andere jouw aanslag OZB, maar de WOZ-waarde is ook bepalend voor tal van andere belastingen, zoals de bijtelling voor de eigen woning.
Bestaande koopwoningen werden in 2018 gemiddeld zo’n 9% duurder, de grootste prijsstijging sinds 2001. Dit is van belang voor de waarde van jouw pand op 1 januari 2019, de peildatum voor de nieuwe WOZ-waarde.
Gemeenten stellen de WOZ-waarde niet altijd even secuur vast. Er wordt dan ook regelmatig bezwaar tegen de waarde aangetekend, in ruim 1% van alle gevallen. Ongeveer de helft hiervan is succesvol en leidt gemiddeld tot een waardevermindering van 11,6%.
Als de waarde is afgeleid van vergelijkbare panden, check dan of omgevingsfactoren voldoende zijn meegenomen. Is bijvoorbeeld de overlast van het verkeer of stank vergelijkbaar?
Daarnaast spelen ook individuele factoren een rol bij de waardebepaling, zoals de staat van onderhoud en de eventuele aanwezigheid en ligging van een tuin.
Wijkt de waarde af van de waarde die naar jouw mening in alle redelijkheid aan jouw pand dient te worden toegekend, maak dan bezwaar. Een minimale afwijking van de vastgestelde waarde is tegenwoordig niet meer vereist.
Let op! Geef in jouw bezwaar zo goed mogelijk aan op basis van welke factoren het pand naar jouw mening te hoog is gewaardeerd.
Tip! Heb je juist een hogere waardering nodig vanwege bijvoorbeeld verkoopplannen, dan kun je ook bezwaar aantekenen tegen een te lage WOZ-waarde.
Heb je vragen over de WOZ-beschikking , neem dan contact met ons op.