Een werknemer die werkt als medewerker bediening in een Beach Resort meldt zich ziek. De bedrijfsarts geeft aan dat je weliswaar ongeschikt bent voor het eigen werk, maar dat je wel kan re-integreren in aangepaste werkzaamheden, bijvoorbeeld in administratieve taken. Vervolgens lukt het niet om met jou een afspraak te maken voor het opstellen van een plan van aanpak voor de re-integratie. Je krijgt een oproep om op een vastgestelde datum en tijd het plan van aanpak te komen opstellen. Indien jij niet komt, volgt een loonstop. Jij komt niet, waarna de aangekondigde loonstop wordt geëffectueerd.
De werkgever vraagt vervolgens een deskundigenoordeel aan bij het UWV. Daarin wordt geoordeeld dat jij onvoldoende meewerkt aan je re-integratie.
Uiteindelijk stapt de werkgever naar de kantonrechter en verzoekt om een ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens ernstig verwijtbaar handelen van jou zonder toekenning van de transitievergoeding. De bewindvoerder van jou voert daar verweer.
De rechter overweegt dat het opzegverbod van kracht is nu jij arbeidsongeschikt bent wegens ziekte, maar in dit geval is het niet van toepassing, omdat jij je re-integratieverplichtingen niet bent nagekomen. Bijkomend punt is dat jouw handelen niet geheel los kan worden gezien van jouw geestelijke problemen. Jij bent paranoïde psychotisch, met als gevolg dat jij fases hebt waarin jij je opsluit en contact afhoudt. Het is aannemelijk dat jij door jouw psychische problemen je niet steeds bewust bent geweest van jouw re-integratieverplichtingen. Het maakt dat jouw verwijtbaar handelen niet kwalificeert als ernstig verwijtbaar handelen.
De werkgever in kwestie heeft volgens het boekje gehandeld en heeft de juiste stappen gevolgd:
Er volgt daarom een ontbinding van de arbeidsovereenkomst, maar met toekenning van de transitievergoeding. De bewindvoerder van jou wordt veroordeeld in de kosten van de procedure.