In een zaak die speelde bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft een belastingplichtige om ambtshalve vermindering van zijn aanslagen inkomstenbelasting verzocht. Omdat de inspecteur niet op tijd beslist, kan de belastingplichtige hem in gebreke stellen. De inspecteur heeft vervolgens twee weken de tijd om te beslissen. Als hij dit niet doet, is hij automatisch een dwangsom verschuldigd.
Als de inspecteur na twee weken nog niet heeft besloten, bedraagt de dwangsom gedurende de eerste 14 dagen € 23 per dag. Daarna, gedurende de volgende 14 dagen, is de dwangsom € 35 per dag. Voor de daaropvolgende 14 dagen bedraagt de dwangsom € 45 per dag. De dwangsom kan dus oplopen tot maximaal € 1.442.
In deze zaak had de inspecteur zijn beslissing precies twee weken na de ingebrekestelling aan belanghebbende gestuurd. Deze beslissing was echter gedateerd 16 dagen na ontvangst van de ingebrekestelling. Volgens de belastingplichtige was deze datum beslissend en was de inspecteur twee dagen te laat met zijn beslissing, waardoor hij recht had op een dwangsom.
Volgens de rechtbank Zeeland-West-Brabant is het belangrijk wanneer de inspecteur de beslissing bekendmaakt met betrekking tot de dwangsom. Deze bekendmaking kan plaatsvinden door toezending of uitreiking van de beslissing. Het was onbetwist dat deze bekendmaking precies na twee weken had plaatsgevonden, dus net op tijd. Het feit dat de beslissing een latere datum bevatte, was niet relevant. Daarom hoefde de inspecteur geen dwangsom te betalen.
Let op! Ook als de beslissing pas na de termijn van twee weken wordt ontvangen, is dit niet relevant.