De WW-premie, ook bekend als de premie voor het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWF), valt in twee categorieën: de lage en de hoge premie. Werkgevers die vaste contracten aanbieden aan hun werknemers betalen de lage WW-premie, terwijl werkgevers die flexibele contracten verstrekken de hoge premie hanteren.
Er zijn echter aanvullende voorwaarden voor het toepassen van de lage WW-premie. Deze kan alleen worden gebruikt voor loon uit een arbeidsovereenkomst die aan de volgende drie voorwaarden voldoet:
In specifieke gevallen kan het voorkomen dat de lage WW-premie achteraf alsnog herzien moet worden naar de hoge WW-premie. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als een werknemer met een arbeidscontract van minder dan 35 uur per week in een kalenderjaar meer dan 30% boven het afgesproken aantal uren uitkomt. Dit gebeurt vaak als een medewerker veel overuren maakt naast de contractuele uren.
Tip! Voor arbeidscontracten van 35 uur of meer per week geldt deze herzieningsregeling niet.
Let op! Er zijn aanvullende redenen mogelijk voor het herzien van de lage WW-premie naar de hoge WW-premie, zoals het geval wanneer een nieuwe werknemer binnen twee maanden zijn of haar ontslag indient of wordt ontslagen.
In 2024 wordt de herzieningsmaatregel voor de lage WW-premie aangekaart bij een urennorm van minder dan 35 uur per week. Vanaf 2025 verandert deze norm naar 30 uur of minder per week.
Vanaf 2025 kan de herziening dus enkel plaatsvinden als een werknemer met een contract van 30 uur of minder per week in een kalenderjaar meer dan 30% boven het geregistreerde aantal uren gaat werken.
Let op! De wijziging naar de norm van 30 uur of minder treedt pas in 2025 in werking. Voor de herziening over het jaar 2024, die doorgaans begin 2025 plaatsvindt, blijf je nog gebonden aan de grens van minder dan 35 uur per week.