
De inhouding van huisvestingskosten op het minimumloon komt vooral voor bij arbeidsmigranten. Werkgevers zijn vaak verantwoordelijk voor het bieden van huisvesting aan deze werknemers.
In 2025 mag een werkgever maximaal 25% van het minimumloon inhouden voor huisvesting. Het plan was om deze percentage vanaf 2026 jaarlijks met 5% te verlagen. Tegen 2030 zou het zelfs verboden zijn om deze kosten van het wettelijk minimumloon te halen. Het doel hiervan was om uitbuiting van arbeidsmigranten te voorkomen.
Echter, het kabinet heeft geconcludeerd dat het verminderen van de inhouding meer nadelen voor arbeidsmigranten zou met zich meebrengen. De huidige regeling maakt het eenvoudiger voor werkgevers en arbeidsmigranten om geschikte huisvesting te vinden. Daarnaast zou de overheid haar toezicht op de kwaliteit van de woningen verliezen als deze regeling wordt afgeschaft. Daarom heeft het kabinet besloten om de voorgestelde afbouw vooralsnog niet door te voeren.
Let op! Het is mogelijk dat een toekomstig kabinet ervoor kiest om de inhouding van huisvestingskosten alsnog te verminderen. Dit zal in ieder geval niet per 1 januari 2026 plaatsvinden.