Bij het kopen van een woning is er sprake van overdrachtsbelasting. Het normale tarief hiervoor bedraagt 2%. Koop je echter een tweede woning of wordt de woning niet jouw hoofdverblijf, dan ben je 10,4% overdrachtsbelasting verschuldigd.
In een recente gerechtelijke uitspraak ging het om een situatie waarin een appartementencomplex gesloopt zou worden en op dezelfde plaats een nieuw appartementencomplex gebouwd zou worden. De vraag was welk tarief van overdrachtsbelasting hierop van toepassing was.
De rechtbank oordeelde dat voor de overdrachtsbelasting het moment van verkrijging bepalend is. Uit de feiten bleek dat de koper van de sloopwoning hier niet zou gaan wonen. Pas wanneer de nieuw gebouwde woning klaar was, zou er worden gewoond. Hierdoor voldeed de situatie niet aan de eis dat de woning anders dan tijdelijk als hoofdverblijf zou worden gebruikt. Daarom gold niet het lage tarief van 2%, maar het hoge tarief van 10,4% overdrachtsbelasting.
Bij het opstellen van de wet is geen uitzondering gemaakt voor de situatie waarover de rechtbank moest oordelen. De rechtbank concludeerde dat het hoge tarief in overeenstemming was met de bedoeling van de wetgever en dat er geen uitzondering gold voor dit soort situaties.