Regelgeving kan voor ondernemers vaak een aanzienlijke belasting zijn, zowel in termen van tijd als geld. In de afgelopen jaren zijn de kosten hiermee met maar liefst € 731 miljoen gestegen, wat de concurrentiepositie van Nederland onder druk zet.
De aanpak van de regelgeving moet vóór eind 2026 zorgen voor een kostenbesparing van 20%. Hierbij wordt onder andere de recent geïntroduceerde rapportageplicht voor werkgebonden personenmobiliteit (WPM) herzien. Werkgevers zijn momenteel verplicht om rapport uit te brengen over het woon-werkverkeer en het reisgedrag van hun werknemers.
Bovendien staan er veranderingen op het programma voor wetgeving rondom privacy, zoals de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), de enquêtedruk van het CBS, regels rondom de re-integratie van zieke werknemers, en de verplichting om een leidinggevende in de horeca aan te wijzen en te melden. Dit alles is gericht op het verminderen van de regeldruk.
Er wordt een taskforce opgericht die zich richt op het verlagen van de regeldruk. Deze groep zal bestaan uit ondernemers, vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en beleidsmakers. Samen kunnen zij bijvoorbeeld afspraken maken met uiteenlopende sectoren of uitzonderingen voor het mkb invoeren. Ook kunnen ze alternatieve oplossingen voorstellen voor bepaalde regels.
Tijdens de komende Ondernemerstop staat de vermindering van de regeldruk hoog op de agenda, met als doel praktische oplossingen te vinden.
Het kabinet wil eerder inzetten op vertrouwen in ondernemers dan op strikte regelgeving. Echter, waar het vertrouwen wordt geschaad, zullen strengere maatregelen volgen. Op deze manier wil men het investeringsklimaat en de winstgevendheid van Nederland verbeteren. Een onafhankelijke adviseur zal voor 2027 een advies uitbrengen over deze aanpak.