Wanneer jouw bedrijf belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting, kan er in bepaalde situaties belastingrente opgelegd worden. Dit gebeurt zowel als de aanslag van jouw onderneming niet op tijd kan worden vastgesteld door een late indiening van de aangifte, als wanneer er van de aangifte wordt afgeweken.
Op 7 november 2024 heeft Rechtbank Noord-Nederland geoordeeld dat de belastingrente van toen 8% het evenredigheidsbeginsel schendt. Dit beginsel houdt in dat de negatieve gevolgen van een maatregel niet onevenredig mogen zijn ten opzichte van het doel ervan. Volgens de rechtbank is de last van een hoog rentepercentage voor ondernemers te hoog in verhouding tot de onduidelijke doelstellingen van de Belastingdienst.
In deze zaak heeft de Hoge Raad voor het eerst om input van derden gevraagd. Geïnteresseerden konden via de website van de Hoge Raad hun mening over de kwestie delen, wat heeft geleid tot 149 ingediende reacties.
In zijn advies aan de Hoge Raad heeft de Advocaat-Generaal (A-G) aangegeven dat ook hij vindt dat het rentepercentage van 8% te hoog is. Hij meent dat dit percentage niet in verhouding staat tot het rentevoordeel dat de Belastingdienst zou moeten compenseren. Het percentage van 8% was in dit geval dus te exorbitant. Bovendien benadrukt hij dat het beleid omtrent dit hoge rentepercentage in strijd is met zowel het motiverings- als evenredigheidsbeginsel.
Deze zaak is aangewezen als een massaal bezwaarprocedure. Dit houdt in dat mensen die soortgelijke bezwaren hebben ingediend, pas een uitspraak ontvangen na de beslissing van de Hoge Raad. Met het oordeel van de A-G is de kans toegenomen dat de Hoge Raad zal oordelen dat de opgelegde belastingrente van 8% te hoog is.