Op 24 december 2021 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de forfaitaire heffing in box 3 vanaf 2017 niet in overeenstemming is met het Europees recht. Dit betekende dat niet elke belastingplichtige met box 3-inkomen recht had op compensatie. Tijdens Prinsjesdag 2002 besloot het kabinet om geen herstelmaatregelen te treffen voor belastingplichtigen wiens aanslag op die datum al definitief vaststond, ook wel de groep niet-bezwaarmakers genoemd.
Hierom is de massaalbezwaarplusprocedure opgezet. Het hoofddoel van deze procedure is vast te stellen of het juist is dat de groep niet-bezwaarmakers uitgesloten blijft van rechtsherstel.
Voor deze procedure zijn vier proefpersonen gekozen die samen een representatieve afspiegeling vormen van alle niet-bezwaarmakers. De zaken van deze proefpersonen zijn voorgelegd aan verschillende rechtbanken.
Op 26 juni 2025 deed de rechtbank Den Haag als eerste uitspraak, waarbij het beroep van de proefpersoon werd afgewezen. Deze uitspraak zal nu worden voorgelegd aan een hogere rechter. Dit kan een gerechtshof zijn of, in overleg met de Belastingdienst, direct de Hoge Raad. Momenteel is er dus nog geen definitieve uitslag over de vraag of de groep niet-bezwaarmakers mogelijk toch recht heeft op rechtsherstel.
Let op! Voor de andere drie zaken is er nog geen uitspraak gedaan.