In de betreffende zaak had de eigenaar van een eigen woning deze uitgebreid met een aanbouw. Deze aanbouw werd tijdelijk verhuurd via Airbnb, hetgeen ruim € 2.600 aan huur had opgeleverd. De vraag was of deze inkomsten minus de kosten belast waren in box 1.
De rechtbank diende als eerste te oordelen over de vraag of de aanbouw als deel van de eigen woning kon worden gezien. Volgens de rechtbank was dit het geval, nu de aanbouw aan de woning was gebouwd en ook kadastraal daartoe behoorde. Dat de aanbouw een eigen ingang had en over eigen nutsvoorzieningen beschikte, deed niet ter zake.
De verhuurder was ook van mening dat het gastenverblijf hem niet ter beschikking stond, maar ook hierin ging de rechtbank niet mee. De eigenaar kon namelijk zelf beslissen of hij de aanbouw al dan niet verhuurde en kon, in de periodes dat de aanbouw niet verhuurd werd, zelf over de aanbouw beschikken. Dat de verhuurder de aanbouw zelf niet gebruikte, was niet van belang.
De rechtbank oordeelde ten slotte dat er ook sprake was van tijdelijke terbeschikkingstelling. Daarvoor is namelijk bepalend dat de aanbouw na de verhuur weer ter beschikking van de eigenaar komt. Aangezien dit het geval was omdat de aanbouw alles bij elkaar slechts twee maanden was verhuurd, bleef de aanslag overeind en werd de inspecteur in het gelijk gesteld.