In box 3 betaalt u 30% over een verondersteld rendement. Dit veronderstelde rendement varieert van 1,94% tot 5,6%, afhankelijk van de omvang van uw vermogen. Hoe groter uw vermogen, hoe hoger het veronderstelde rendement.
U kunt u geld ook onderbrengen in een zogenaamde spaar-bv of OFGR. De spaar-bv of OFGR betaalt dan zelf vennootschapsbelasting over de werkelijke opbrengst van het vermogen. Als de opbrengst wordt uitgedeeld, betaalt u ook nog belasting in box 2.
Met name bij lagere rendementen, zoals op spaarsaldi, is een spaar-bv of OFGR voordelig. Hoeveel belasting u uiteindelijk betaalt, hangt af van het VPB-tarief dat dit jaar tot € 200.000 nog 19% bedraagt en over het meerdere 25%. Dit levert tot een rendement van € 200.000 een gecombineerd tarief op van 39,25%. Volgend jaar is dit door een wijziging van de tarieven ongeveer 38,4%.
Voorbeeld: bij een vermogen van € 1.000.000 en een rendement van 1% betaalt u volgend jaar in een spaar-bv of OFGR € 10.000 x 38,4% = € 3.840 belasting. In box 3 betaalt u, op basis van voorlopige cijfers, € 11.749. Een verschil van maar liefst € 7.909.
Een bijkomend voordeel is dat uw vermogen in een spaar-bv of OFGR niet meetelt voor de vermogenstoets bij de toeslagen. Voor de meeste toeslagen geldt namelijk dat u over niet te veel vermogen mag beschikken.
Een nadeel is dat met name aan een spaar-bv formele eisen kleven, zoals een gang naar de notaris. Een OFGR heeft als belangrijkste nadeel dat er minstens twee participanten moeten zijn die niet elkaars partner mogen zijn.
Heeft u vragen over het voorkomen van belasting betalen in box 3 via een spaar-bv of OFGR, neem dan contact met ons op.