Geen Extra Verhoogd Forfait voor Overige Bezittingen

Het forfaitaire rendement voor overige bezittingen blijft in 2025 op 5,88%. Eerst werd er een wetsvoorstel gepresenteerd waarin het rendement in 2026 zou stijgen naar 7,78%, met een extra verhoging van 1,78%. Deze verhoging zou ook in 2027 worden toegepast.

Echter, deze verhoging gaat niet door. De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel verworpen, waardoor het forfaitaire rendement op overige bezittingen in 2026 vastgesteld is op 6% in plaats van 7,78%.

Let op! Hieronder vallen overige bezittingen als een restcategorie, wat betekent alles wat geen bank- of spaartegoed of schuld is. Denk hierbij aan onroerend goed, aandelen, obligaties en vorderingen.

Lager Werkelijk Rendement?

In 2026 heb je de mogelijkheid om gebruik te maken van de tegenbewijsregeling. Wanneer jouw totale werkelijke rendement in box 3, volgens de Wet tegenbewijsregeling box 3, lager is dan het forfaitaire rendement, dan betaal je geen belasting over het forfaitaire rendement, maar over jouw werkelijke rendement.

Hoger Heffingsvrij Vermogen

Het plan om het heffingsvrije vermogen te verlagen van € 57.684 in 2025 naar € 51.396 in 2026 is ook van de baan. Aanvankelijk zou het heffingsvrije vermogen per 1 januari 2026 niet geïndexeerd worden, maar deze wijziging is niet doorgegaan. Dankzij volledige indexatie komt het heffingsvrije vermogen in 2026 uit op € 59.357.

Tarief in Box 3

Het tarief in box 3 blijft ongewijzigd. Ook in 2026 betaal je 36% over je forfaitaire of werkelijke rendement.

Versnelde Afbouw Aftrek Geen of Geringe Eigenwoningschuld

De extra verhoging van het forfait met 1,78% en de verlaging van het heffingsvrije vermogen waren bedoeld om een budgettair tekort op te vangen, dat ontstaan was doordat het nieuwe box 3-stelsel pas in 2028 in werking treedt.

In het aangenomen wetsvoorstel is nieuwe dekking gevonden in de versnelde afbouw van de aftrek voor geen of geringe eigenwoningschuld. In plaats van een jaarlijks afbouwpercentage van 3,33% wordt dit nu 4,8%, waardoor de aftrek in 2041 volledig afgebouwd zal zijn (in plaats van 2048).

Voor 2026 betekent dit dat de aftrek van het verschil tussen het eigenwoningforfait en de aftrekbare rente en kosten 71,82% bedraagt. Zonder deze versnelde afbouw zou dat in 2026 nog 73,34% zijn.

Let op! Het wetswijzigingsvoorstel is nog niet definitief en moet ook goedgekeurd worden door de Eerste Kamer.