Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR)
De Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) biedt mogelijkheden voor het schenken van het vermogen van een persoonlijke onderneming, zoals een eenmanszaak of een aandeel in een firma, evenals het schenken van aandelen in een bv die een bedrijf voert. In 2025 bedraagt de vrijstelling 100% van de going concern waarde tot € 1.500.000, met een vermindering van 75% boven dit bedrag.
Voorzettingsvereiste
De vrijstelling onder de BOR is een voorwaardelijke regeling. Een belangrijke voorwaarde is dat de onderneming door de ontvanger van de schenking gedurende een bepaalde periode moet worden voortgezet. Voor schenkingen vóór 1 januari 2025 geldt een voortzettingstermijn van minimaal vijf jaar; voor schenkingen vanaf 1 januari 2025 is deze termijn minimaal drie jaar.
Wanneer de ontvanger van de schenking de onderneming niet gedurende de vereiste periode voortzet, vervalt de vrijstelling en moet er schenkbelasting worden betaald over de ontvangen onderneming.
Communicatie van de Belastingdienst
In een brief die de Belastingdienst in juni 2025 verzendt, wordt het voortzettingsvereiste onder de aandacht gebracht voor schenkingen gedaan in 2021. Ontvang je zo'n brief en ben je niet aan het voortzettingsvereiste voldaan of heb je hier twijfels over? Neem dan contact op met een van onze adviseurs. Zij helpen je om samen met jou te beoordelen of je nog steeds aan de voorwaarden voldoet, eventueel na overleg met de Belastingdienst.
Let op! Je voldoet bijvoorbeeld niet meer volledig aan het voortzettingsvereiste als je binnen deze termijn de onderneming (gedeeltelijk) verkoopt, je aandelen (deeltijd) verkoopt, de onderneming of de bv failliet gaat, de onderneming wordt beëindigd of als de activiteiten van de onderneming wijzigen.
Aangifteprocedure
Als je niet meer aan het voortzettingsvereiste voldoet, moet je dit melden. De aangifte dient binnen acht maanden na de beëindiging van de naleving te gebeuren met het formulier Aangifte niet voldoen aan het voortzettingsvereiste.
Let op! Ook wanneer je een onderneming via een erfenis hebt verkregen en daarbij de BOR hebt toegepast, moet je voldoen aan het voortzettingsvereiste. Als je hier niet meer aan voldoet, vervalt de vrijstelling en zul je dit ook moeten aangeven.
