De Belastingdienst legt de situatie uit met een voorbeeld. Dit betreft een horecagelegenheid waar het personeel de fooien moet afdragen. Een werknemer verdeelt wekelijks de ontvangen fooien. Fooien die niet contant zijn betaald, worden door de werkgever in cash aan deze werknemer overhandigd, zodat ook deze bedragen onder het personeel kunnen worden verdeeld. Alle medewerkers, inclusief het niet-bedienend personeel, profiteren van de fooien. Bovendien betaalt de werkgever het salaris volgens de cao, zonder de fooien in het loon mee te rekenen.
Voor de beantwoording van de vraag of de werkgever een inhoudingsplicht heeft, is het belangrijk om te bepalen of er sprake is van werkgeversloon. In dit geval is dat niet aan de orde, omdat de werknemers zelf recht hebben op de fooien. Hierom bestaat er geen inhoudingsplicht voor de werkgever.
Er kan ook een inhoudingsplicht zijn voor de werkgever, indien het om loon van derden gaat. In dit voorbeeld is dat zeker het geval; de fooien zijn ontvangen als tegenprestatie voor de werkzaamheden. Echter, in deze situatie geldt er geen inhoudingsplicht voor de werkgever. Dit komt doordat het loon volgens de cao is betaald en fooien niet zijn meegenomen bij het berekenen van dat loon.
Let op! Als de betaling niet volgens de cao verloopt of als er bij het vaststellen van het loon rekening wordt gehouden met fooien, kan er wel sprake zijn van een inhoudingsplicht.
Het feit dat de werkgever in dit voorbeeld geen inhoudingsplicht heeft, betekent niet dat de fooien belastingvrij zijn. De Belastingdienst stelt dat de werknemer het bedrag aan ontvangen fooien zelf moet opgeven in zijn of haar aangifte inkomstenbelasting.